Kader 3: De tegenwoordige en verleden tijd

Kader 3: Grammatica en spelling
De tegenwoordige en de verleden tijd
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Kader 3: Grammatica en spelling
De tegenwoordige en de verleden tijd

Slide 1 - Slide

Wat valt je op?
Noteer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

De vulkaan in Italie maakte de laaste tijd weer veel geluid

Slide 2 - Slide

De persoonsvorm
Hoe vind ik de persoonsvorm?
Waarom belangrijk om op te zoeken?

Hoe vind ik het onderwerp?
Waarom belangrijk om op te zoeken?

Slide 3 - Slide

De tegenwoordige tijd

Slide 4 - Slide

De verleden tijd

Slide 5 - Slide

De tegenwoordige tijd
De dictator (verklaren) de oorlog aan zijn buurland.

Slide 6 - Open question

De verleden tijd
Mijn oma (breien) vroeger wekelijks een trui.

Slide 7 - Open question

De tegenwoordige tijd
Suzanne (lezen) tijdens de les stiekem in Latino King.

Slide 8 - Open question

De verleden tijd
Donna (verbranden) de brief met haar pincode.

Slide 9 - Open question

Verwerking
kader
bladzijde 31 t/m 33
opdracht 10+11+12+13+14+16

mavo
bladzijde 33 +34
opdracht 6+7+8+9

Slide 10 - Slide

wat hebben we geleerd?

Slide 11 - Mind map

Huiswerk
bladzijde 31 t/m 33
opdracht 10+11+12+13+14+16

Slide 12 - Slide