Winstberekening (Ondernemerschap)

Winstberekening/Openingsbalans
Hoe ging het ook alweer?
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Winstberekening/Openingsbalans
Hoe ging het ook alweer?

Slide 1 - Slide

Consum. Prijs
121 %
Verkoopprijs
100 %
Inkoop
(bijv. 70%)
Winst
(bijv. 30%)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wat houdt je over als je de inkoopwaarde van de omzet afhaalt?
A
Consumentenomzet
B
Nettowinst
C
Brutowinst

Slide 6 - Quiz

De inkoopwaarde van de omzet kan je berekenen door:
A
Omzet - Brutowinst
B
inkoopprijs x omzet
C
Omzet - Nettowinst
D
Verkoopprijs x afzet

Slide 7 - Quiz

Openingsbalans

Slide 8 - Slide

Hoe bereken je de netto winst?
A
Omzet - bedrijfskosten
B
bruto winst - bedrijfskosten
C
Omzet - bruto winst
D
omzet - bruto winst - bedrijfskosten

Slide 9 - Quiz

Je verkoopt 100 appeltaartenvoor €3,-.
Inkoop van de appeltaart is €1,-.
Overige kosten €100,-.
Wat is je netto winst?

A
300-200=100
B
€3-€1-€100=€-96,- verlies + 300 afzet = €204,- winst
C
Afzet - inkoop + overige kosten= €200,-
D
Afzet-inkoop-overige kosten = €100,-

Slide 10 - Quiz

BTW staat voor
A
bruto toegevoegde waarde
B
belasting over de toegevoegde waarde
C
bruto totale winst

Slide 11 - Quiz

Bereken de netto winst
Consumentenomzet 150.000
Bedrijfskosten 87.966,94
A
€ 66.000
B
€ 0,06
C
€ 36.000
D
€ 120.000

Slide 12 - Quiz

Bruto winst =
A
Prijs x hoeveelheid
B
(Nieuw - oud) : oud x 100
C
Bruto - winst
D
Omzet - inkoopwaarde

Slide 13 - Quiz

Omzet - Inkoopwaarde = ...
A
Bedrijfskosten
B
Verkoopwaarde
C
Bruto winst
D
netto winst

Slide 14 - Quiz

Lahdo BV heeft een goede maand gehad. De omzet was
€ 45.000. De inkoopwaarde van de omzet bedroeg € 25.000 en de bedrijfskosten waren € 15.000. Wat is de bruto winst?
A
€ 20.000
B
€ 5.000
C
€ 30.00
D
€ 10.000

Slide 15 - Quiz

Hoe bereken je de netto winst?
A
omzet - kosten
B
omzet - alle kosten
C
Omzet - inkoopwaarde vd omzet
D
bruto winst - inkoopwaarde vd omzet

Slide 16 - Quiz

Hoe noem je het aantal verkochte producten in een bepaalde tijd?
A
omzet
B
afzet
C
bruto winst
D
arbeidsproductiviteit

Slide 17 - Quiz

De firma List en Bedrog BV heeft in de maand mei 2500 artikelen verkocht. De gemiddelde verkoopprijs per artikel is € 12,50. De gem. inkoopprijs is € 7,50 per artikel. Wat is de bruto winst van de maand mei.
A
€ 7.500
B
€ 10.00
C
€ 12.500
D
€ 15.000

Slide 18 - Quiz

In mei heb je aan omzet €420.000. De brutowinst is €175.000
Bereken de inkoopwaarde van de omzet

A
€245.000
B
€265.000
C
€285.000
D
€293.000

Slide 19 - Quiz