Test jezelf

Afschrijvingen zijn geen uitgaven maar wel kosten.
A
Juist
B
Onjuist
C
Geen idee
D
Geen van deze
1 / 14
next
Slide 1: Quiz
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Afschrijvingen zijn geen uitgaven maar wel kosten.
A
Juist
B
Onjuist
C
Geen idee
D
Geen van deze

Slide 1 - Quiz

Verplicht in een arbeidscontract is:
A
Het overeengekomen salaris
B
De NAW-gegevens van de medewerker
C
De duur van het contract
D
Al deze antwoorden

Slide 2 - Quiz

CAO staat voor
A
Centrale arbeidsovereenkomst
B
Collectieve arbeidsovereenkomst

Slide 3 - Quiz

Wat is het verschil tussen brutoloon en nettoloon?

Slide 4 - Open question

Een winst- en verliesrekening laat zien
A
De financiële situatie van een bedrijf op een specifiek moment
B
Of een bedrijf winst of verlies maakt over een bepaalde periode.
C
De waarde van de activa en passiva van een bedrijf.
D
Welke klanten nog moeten betalen.

Slide 5 - Quiz

Een manege verkoopt een paard voor €15.000. Waar plaats je deze verkoop in de winst- en verliesrekening?
A
Onder vaste activa
B
Onder vlottende activa
C
Onder kosten
D
Onder opbrengsten

Slide 6 - Quiz

Welke informatie zou je controleren in de CAO voordat je een arbeidscontract ondertekent?

Slide 7 - Open question

Wat is het doel van loonheffing?
A
Zorgen dat medewerkers hun geld ontvangen.
B
Vooraf betalen van belasting op inkomen & premiesvolksverzekeringen.
C
Het registreren van nettoloon op een spaarrekening.
D
Geen van deze

Slide 8 - Quiz


Wat is een belangrijk doel van een RI&E?
A
Het identificeren en evalueren van veiligheidsrisico’s op de werkvloer.
B
Het opstellen van een marketingstrategie.
C
Het bepalen van de winstgevendheid van een bedrijf.
D
Het kiezen van de beste investeringen voor de toekomst.

Slide 9 - Quiz

Bij welk soort contract krijg je alleen betaald voor de uren die je werkt?
A
Parttime contract
B
Oproepovereenkomst
C
Freelancecontract
D
Vast contract

Slide 10 - Quiz

Een ondernemer heeft €10.000 spaargeld op de bank staan tegen 1% rente per jaar. Hoeveel rente ontvangt de ondernemer?
A
€50
B
€100
C
€20
D
€2

Slide 11 - Quiz

Als bedrijfsleider op een hippisch bedrijf heb je te maken met een RI&E omdat:

Slide 12 - Open question

Een ondernemer wil een vrachtwagen kopen. Wat is een belangrijk financieel aspect om mee te nemen in de beslissing?

A
De prijs van en de afschrijvingskosten
B
De kleur en het ontwerp van de vrachtwagen
C
Hoe vaak de vrachtwagen gebruikt zal worden
D
Of de vrachtwagen bekend is bij klanten

Slide 13 - Quiz

De afkorting RI&E staat voor;

Slide 14 - Open question