This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Winst & Verliesrekening
Slide 1 - Slide
Testvraag: Yes, Mevrouw Bles weer terug als docent?!
A
Jaaa !
B
Nee, geef mij maar mevrouw van Bakel
C
Allebei prima
D
Ik zie bedrijfseconomie niet meer zitten
Slide 2 - Quiz
Agenda
Planner bekijken
Afmaken hoofdstuk 2
Oefenen
Bespreken opgaven
Huiswerk voor volgende les opgeven
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Winst-en-verliesrekening
Slide 6 - Slide
Winst-en-verliesrekening
Kosten
Opbrengsten
Slide 7 - Slide
Winst-en-verliesrekening
Sommige financiële feiten hebben wél invloed op het EV winst, verlies, kosten (privé opnames, privé stortingen)
Sommige financiële feiten hebben géén invloed op het EV kopen van bezittingen, lening afsluiten, lening aflossen
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Levering ingekochte goederen
A
Wel invloed op EV
Zakelijk
B
Wel invloed op EV
Niet-zakelijk
C
Geen invloed op EV
Slide 10 - Quiz
Verkoop contant met winst, incl. levering
A
Wel invloed op EV
Zakelijk
B
Wel invloed op EV
Niet-zakelijk
C
Geen invloed op EV
Slide 11 - Quiz
Verkoop op rekening met verlies, ecxl. levering
A
Wel invloed op EV
Zakelijk
B
Wel invloed op EV
Niet-zakelijk
C
Geen invloed op EV
Slide 12 - Quiz
Privé storting
A
Wel invloed op EV
Zakelijk
B
Wel invloed op EV
Niet-zakelijk
C
Geen invloed op EV
Slide 13 - Quiz
Levering verkochte goederen
A
Wel invloed op EV
Zakelijk
B
Wel invloed op EV
Niet-zakelijk
C
Geen invloed op EV
Slide 14 - Quiz
Kopen van inventaris
A
Wel invloed op EV
Zakelijk
B
Wel invloed op EV
Niet-zakelijk
C
Geen invloed op EV
Slide 15 - Quiz
Afschrijven op inventaris
A
Wel invloed op EV
Zakelijk
B
Wel invloed op EV
Niet-zakelijk
C
Geen invloed op EV
Slide 16 - Quiz
Betalen van energierekening
A
Wel invloed op EV
Zakelijk
B
Wel invloed op EV
Niet-zakelijk
C
Geen invloed op EV
Slide 17 - Quiz
Privé opname
A
Wel invloed op EV
Zakelijk
B
Wel invloed op EV
Niet-zakelijk
C
Geen invloed op EV
Slide 18 - Quiz
BTW aangifte
A
Wel invloed op EV
Zakelijk
B
Wel invloed op EV
Niet-zakelijk
C
Geen invloed op EV
Slide 19 - Quiz
Rentekosten
A
Wel invloed op EV
Zakelijk
B
Wel invloed op EV
Niet-zakelijk
C
Geen invloed op EV
Slide 20 - Quiz
To Do
Huiswerk: 2.25 t/m 2.28 Af hebben voor de les van a.s. dinsdag (fysiek op school!)
Slide 21 - Slide
Les 14 april
Slide 22 - Slide
Agenda
Herhaling vorige les
Nieuwe lesstof
Opdrachten maken
Gemaakte opdrachten inleveren via teams (foto maken van schrift)
Slide 23 - Slide
Herhaling
Slide 24 - Slide
Wat is een ander woord voor een winst-en-verliesrekening
A
Resultatenrekening
B
Balans
C
resultatenbegroting
D
investeringsbegroting
Slide 25 - Quiz
Een winst- en verliesrekening is een overzicht van:
A
Uitgaven en Inkomsten
B
Bezittingen en schulden
C
Opbrengsten en kosten
Slide 26 - Quiz
Uit welke kolommen is de winst - en verliesrekening opgebouwd?
A
debetkolom = kosten
creditkolom= schulden
B
debetkolom= bezittingen
creditkolom= opbrengsten
C
debetkolom= bezittingen
creditkolom= schulden
D
debetkolom= kosten
creditkolom= opbrengsten
Slide 27 - Quiz
Welke rekening van de onderstaande rekeningen vind je niet terug op de winst- en verliesrekening?
A
Schoonmaakkosten
B
Opbrengt verkopen
C
Privé
D
Kostprijs verkopen
Slide 28 - Quiz
Bedrijf X betaalt de huur van €12.000 per jaar op 31 december achteraf. Op de winst en verliesrekening van het laatste kwartaal staat:
A
Huurkosten: €3.000
B
huurkosten: €12.000
C
huuruitgaven: €12.000
D
achteraf betaalde huur:€12.000
Slide 29 - Quiz
Je betaalt huurkosten van EUR 1.000.
Wat verandert er NIET in de balans / winst- en verliesrekening?
A
De bezittingen nemen af
B
De kosten nemen toe
C
Het eigen vermogen neemt af
D
De winst neemt af
Slide 30 - Quiz
Bedrijf X betaalt de huur van €12.000 per jaar op 31 december achteraf. Op de winst en verliesrekening van het laatste kwartaal staat:
Huurkosten €3.000
€12.000 / 4 = €3.000
Slide 31 - Slide
Eén van jouw klanten gaat failliet en kan zijn rekening van EUR 200 niet meer betalen.
Wat verandert er NIET in de balans / winst- en verliesrekening?
A
De bezittingen nemen af
B
De kosten nemen toe
C
Het eigen vermogen neemt af
D
De winst neemt af
Slide 32 - Quiz
Nieuwe lesstof
Slide 33 - Slide
Verschil uitgaven en kosten
Uitgaven doe je op een tijdstip
Kosten maar je over een periode
We rekenen kosten altijd toe aan de periode waarvoor je de kosten hebt gemaakt.
Slide 34 - Slide
Permanentie
Permanentie = Het toerekenen van kosten en opbrengsten aan een periode
Door permanentie kan een ondernemer altijd (permanent) zijn resultaat (winst of verlies) berekenen en bepalen.
Door permanentie krijg je overlopende posten op de balans (vooruitbetalingen en vooruitontvangsten)
Slide 35 - Slide
3.1: Een ondernemer sluit op 1 augustus 2021 een vijfjarig contract af voor de huur van een pand. Er wordt telkens aan het eind van de maand betaald, voor het eerst op 31 augustus 2021. De huur is per maand €5.000. 1. Hoe groot is de betalingsverplichting die ontstaat op 31 augustus 2021?
Slide 36 - Open question
3.1: Een ondernemer sluit op 1 augustus 2021 een vijfjarig contract af voor de huur van een pand. Er wordt telkens aan het eind van de maand betaald, voor het eerst op 31 augustus 2021. De huur is per maand €5.000. 4. Bereken de huurkosten voor 2021
Slide 37 - Open question
3.1: Een ondernemer sluit op 1 augustus 2021 een vijfjarig contract af voor de huur van een pand. Er wordt telkens aan het eind van de maand betaald, voor het eerst op 31 augustus 2021. De huur is per maand €5.000. 5. Bereken de huurkosten voor 2022
Slide 38 - Open question
Maken
Af tijdens de les: 3.1 t/m 3.4
Eind van de les: Foto van je gemaakte opdrachten insturen via teams-opdrachten
Slide 39 - Slide
Wat reken je met behulp van de winst-en-verliesrekening uit?