Paragraaf 8.2. Je ademt (les 2 / oefenen)

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

8.1 + 8.2 herhaling

Leerdoelen 8.1

- Je kunt uitleggen uit welke onderdelen een cel bestaat.

• Je kunt verschillende orgaanstelsels noemen en hun werking uitleggen

- Je kunt de taken van bovenstaande orgaanstelsel uitleggen. 

• Je kunt uitleggen hoe spieren aan energie komen.

Samenwerken

Hoe komen spieren aan energie ?

Verbranding:

Glucose + zuurstof = 

energie + koolstofdioxide + water

Via welke 3 orgaanstelsels komt een spier aan glucose en zuurstof?

Walvissen kunnen lang onder water blijven. Wanneer de walvis weer bovenkomt ademt hij uit door het spuitgat boven op de kop. Bevat de lucht die door het spuitgat wordt uitgeademd meer of minder koolstofdioxide dan de ingeademde lucht? (T2)

1. Minder koolstofdioxide
2. Meer koolstofdioxide

Leerdoelen 8.2

1. Je kunt uitleggen hoe je ademhaling werkt.

2. Je kunt uitleggen hoe de longen zuurstof uit de ingeademde lucht halen.

3. Je kunt uitleggen waarom ademhalen door je neus beter is.

Welke stelling is juist? Leg uit waarom.

1. Ik zuig zelf actief lucht naar binnen. Hierdoor worden mijn longen groter. Omdat mijn longen groter worden gaan mijn ribben omhoog en mijn borstkas naar beneden.
2. Ik gebruik mijn spieren om mijn ribben omhoog en mijn middenrif naar beneden te bewegen. Hierdoor wordt mijn borstkas groter en stroomt er vanzelf lucht in mijn longen.

Geef 3 redenen waarom door je neus inademen gezonder is dan door je mond

Leerdoelen 8.2

1. Je kent de onderdelen van het ademhalingsstelsel

2. Je kent de longcapaciteit met parameters

3. Je weet hoe je ademhalingsstelsel geregeld wordt door je zenuwstelsel

Longen zijn weke, zachte organen en zitten veilig in de borstholte, beschermd door het borstbeen en de ribben. Het middenrif vormt de scheiding tussen borstholte en buikholte. 

In de borstholte zit nog een ander vitaal orgaan, het hart.​​

Het hart lift iets meer naar links waardoor de linkerlong kleiner is dan de rechterlong. De lucht stroomt het ademhalingsstelsel binnen via de neusholte en de mondholte. Via de keelholte bereikt de lucht de ​luchtpijp. Die heeft een stevige structuur door de kraakbeenringen in de wand. Binnenin is de luchtpijp bekleed met een slijmlaag. Deze bevochtigt de lucht en houdt de stofdeeltjes vast. 

Ter hoogte van de longen vertakt de luchtpijp in twee luchtpijptakken. Ze vervoeren de ingeademde lucht naar de longen. Vanuit de luchtpijptakken gaat de lucht verder naar de fijnere vertakkingen, de longtakjes. Deze monden uit in longblaasjes. Die zijn amper 0,1mm groot (de dikte van een blad papier). Je ziet ze dus niet met het blote oog.​

Wat is nummer 7?

Welk nummer is je strottenklepje?
Welk nummer is je huig?

Het regelen van je ademhaling

- De zintuigcellen meten de hoeveelheid CO2

- De zintuigcellen sturen impulsen naar het ademcentrum

- Het ademcentrum stuurt impulsen naar de tussenrib- en middenrifspieren

- Je ademhaling verandert

- De zintuigcellen meten de hoeveelheid CO2

Longcapaciteit

Wat is?

Rustvolume?
Vitale capaciteit?
Restvolume?

Totale longvolume?

Enkele gegevens over de ademhaling van Fonske.
Wat is het maximale longvolume van Fonske?

vitale capaciteit 3,2 liter
ademvolume 0,4 liter
restvolume 1,4 liter

1. 5,0 liter
2. 4,6 liter
3. 3,6 liter
4. 2,8 liter

Kopieer de link en maak de oefentoets. Maak een foto van je eindscore en lever die hier in.


https://biologiepagina.nl/Toetsen/gaswisseling/gaswisseling.htm

Klaar? Ga bezig met opdrachten 8 t/m 19 van 8.2

Aan de bak

Maak opdrachten 8 t/m 19 van 8.2

Extra uitleg nodig? Blijf dan in de vergadering