BPV opdracht 3,4,5

• Baso natuurwetenschappen
• MBO
• Studiejaar 3

BPV opdracht 3

Ik heb een intake gehouden, een health check gedaan. Wat nu?

Zie document: SBG begeleidingsplan! 

BPV opdracht 3 plannen opstellen 

Een meso plan stel je op om de lange termijndoelstellingen te kunnen behalen. Met het meso plan krijg je een beeld van de te verwachten “hindernissen” en het geeft houvast tijdens de opbouw van je leefstijlplan.

Welke stappen moet je door lopen? 

(5. Begeleidingsplan)

Stap 1: Overleg met je docent of BPV praktijkopleider de inhoud van het jaarplan

Stap 2: Omschrijf de methode die je gaat gebruiken voor deze planning

Stap 3:Geef schematisch weer hoe de totale (meso)planning eruit ziet en onderbouw daaronder elke fase/periode die je in die planning hanteert 

Tip; Richt je op één persoon op je BPV waar je ook al een intake en health check mee hebt gedaan.

Inhoud mesoplan (begeleidingsplan)

1. Intakeformulier (ingevuld)

2. Health check (ingevuld)

3. Conclusies (Leefstijlanalyse, hulpvraag, motivatie)

4. Aanvullend; (Leefstijlscan en/of andere tools)

5. Begeleidingsplan;

- Doelstelling (meso en micro)

- Wenselijke begeleidingsstijl (contactmomenten, coaching enz.)

- SWOT analyse (vanuit jou en cliënt)

- Opdrachten voor desbetreffende cliënt!!!! Die bijdragen aan micro en meso doelstelling.

Plan van aanpak

Hoe zit dat nou met het formuleren van een SMART doelstelling?

Smart doelstelling formuleren

Specifiek

 Een heldere doelstelling geeft antwoord op de zes w-vragen:

Wat willen we bereiken?

Wie zijn erbij betrokken?

Waar gaan we het doen?

Wanneer gebeurt het?

Welke delen van de doelstelling zijn essentieel? 

Waarom willen we dit doel bereiken? 

Omschrijf het doel dus duidelijk en concreet. Het moet een waarneembare actie, gedrag of resultaat beschrijven waaraan een getal, bedrag, percentage of ander kwantitatief gegeven verbonden is.

Meetbaar

Meetbaar

Een SMART-doelstelling is normerend: het is een maat voor de kwaliteit van de te leveren inspanningen. Hoeveel gaan we doen? Hoe kunnen we dat meten? Wat is er af als het af is?

Een SMART-doel moet je kunnen zien, horen, proeven, ruiken of voelen. Er moet een systeem, methode en procedure zijn om te bepalen in welke mate het doel op een bepaald moment bereikt is. Doe zo mogelijk een nulmeting, om de startsituatie te bepalen.

TIP; kijk naar je health check en of metingen die je kunt verrichten.

Acceptabel

Als je een SMART-doel voor jezelf stelt, dan is het voldoende dat je het zelf accepteert. Maar wanneer je als leidinggevende een doel voor een groep mensen stelt, dan is het belangrijk dat er draagvlak voor is. De medewerkers moeten het ook willen, anders wordt het doel niet gehaald of beklijft de verandering niet. Je kunt het draagvlak vergroten door mensen actief te betrekken bij het kiezen en formuleren van de doelstelling. Het is belangrijk ze daarbij daadwerkelijk inspraak te geven. Met name korte termijn doelen moeten zo laag mogelijk in de organisatie worden bepaald.

Realistisch

Is het doel haalbaar? Is er een uitvoerbaar plan met aanvaardbare inspanningen? Kunnen de betrokkenen de gevraagde resultaten daadwerkelijk beïnvloeden? Hebben ze voldoende know-how, capaciteit, middelen en bevoegdheden? Dit is belangrijk, want een onbereikbaar doel motiveert mensen niet. Soms wordt de 'R' in SMART ook wel uitgelegd als "Relevant". Een haalbare en zinvolle doelstelling is motiverend en maakt energie los

Tijdsgebonden

Met name korte-termijndoelen moeten SMART zijn. Bij lange-termijndoelen is dat niet altijd mogelijk. Wanneer beginnen we met de activiteiten? Wanneer zijn we klaar? Wanneer is het doel bereikt?

Een SMART-doelstelling heeft een duidelijke startdatum en einddatum.

TIPS:

Begin met een datum of eindpunt

- Op 15 februari .. 

Tips:

Begin daarna met wat je wilt hebben bereikt (specifiek)

Op 15 februari kan mevrouw.. (wat wil je zien?)

Vul in..

Tips:

Maak het meetbaar, dus hoe kan ik 15 februari zien dat mevrouw het doel behaald heeft.

Op 15 februari kan mevrouw (wat wil je zien?) en bijvoorbeeld hoevaak of hoeveel?

Vul in: ....

SWOT Analyse

Competenties
leefstijlcoach

Competenties
Begeleiding
leefstijlcoach

BPV Opdracht 4 

1. Maak een keus voor een individuele deelnemer of een groepje deelnemers
(2 tot 6 deelnemers) en overleg dit met je praktijkbegeleider.

2. Analyseer de gezondheidssituatie van de deelnemer/ groepje (in kaart brengen van de leefstijlfactoren)

3. Naast bewegen, richt je je nog op 1 BRAVO factor of dimensies van Positieve Gezondheid

4. Formuleren van de ondersteuningsvraag en de doelstellingen (SMART) van het leefstijlplan

5. Opstellen van het plan met een juiste opbouw

6. Maak per week een (les)voorbereiding.

7. Verantwoord duidelijk de gemaakte keuzes en aanpassingen (lessen, adviezen, coaching enz.) 

Eisen BPV opdracht 4

- Gericht op 2 leefstijlfactoren (BRTAVOZ)

- Minimaal 6 activiteiten (fase's)

- 1 Activiteit duurt minimaal 30 minuten

- Opstellen van lesprogramma's/voorbereidingen

- Verantwoording keuzes

Keuze leefstijlplan leerjaar 4;

individu, groep (2-6 deelnemers)

Ik heb de stappen in begeleiding/leefstijlplan tot stap 10 doorlopen. en moet nu een leefstijlplan opstellen. Schrijf op wat volgens jou een leefstijlplan opstellen inhoudt.

Hoe ga je hier mee starten?
Tip: Kijk naar alle voorafgaande informatie (stap 1 t/m 10) en bepaal wat wenselijk is in;

Activiteiten (BRTAVOZ)	Doelstellingen
Belastbaarheid	Frequentie en tijd
Voorlichtingen en advies	Trainingsprincipes
Didactische werkvormen	Organisatievormen
Overtuiging/uitdaging	Meet en weeg momenten
Inzichten deelnemer	(komende) veranderde situatie
Coaching/begeleidingsstijl

BPV opdracht 5
< 17 mei 23.59 uur

Jij hebt het leefstijlplan  samen met de desbetreffende cliënt opgesteld. Jullie doorlopen een heel mooi  proces met elkaar. Waarin een gezonde leefstijl altijd op 1 staat. Het is belangrijk dat jij samen met de cliënt, maar ook afzonderlijk het proces evalueert.

Waarom deze opdracht? Je gaat nu het uitgewerkte leefstijlplan daadwerkelijk aanbieden en de deelnemer(s) begeleiden. Hierbij coach je de deelnemer(s) om de leefstijl aan te passen.

Waarom is het van belang dat je voor, tijdens en na het begeleidingstraject telkens gaat evalueren?

Wat beschrijf je in jouw verslaglegging aan evaluatiepunten na een gesprek/meting/training?

1. Fysieke en emotionele gesteldheid voor, tijdens en na training en/of gesprek. Denk aan werkdruk, emotionele en sociale status.
2. Technische en/of doelgerichte aandachtspunten (techniek, tools, tips voor leefstijlaanpassingen, opdrachten jij mee geeft om bijv. te oefenen)
3. Verloop van de samenwerking. Loopt de begeleidingsstijl goed? SWOT nog van toepassing? Wat zijn oplossingen? Wat blijven belemmeringen? Hoe ga je hier actie op zetten
4. Verloop van proces (training en/of leefstijlaanpassing passend bij doelstellingen en metingen. en beschrijf de aanpassingen die jullie gaan maken

Hoe voer je de opdracht uit?

1. Ga aan de slag met de deelnemer(s)

 2. Geef na elke beweegactiviteit een korte omschrijving van de volgende zaken:
 - de fysieke gesteldheid van je deelnemer;
- het verloop van de training in zijn totaliteit (randvoorwaarden, instructies, etc.);
- het verloop van de training op specifieke punten (bijv. op het gebied van techniek);
- het verloop van de samenwerking tussen de deelnemer en jou;
- de aanpassingen die je hebt toegepast tijdens de activiteit met daarbij de onderbouwing 

Hoe voer je de opdracht uit?

3. Begeleiden van de deelnemer(s) (constructieve feedback, enthousiasmeert, motiveren)

4. Geeft advies (tips voor dagelijks leven)

Hoe breng jij in kaart hoe de cliënt de begeleiding ervaart of heeft ervaren? (evaluatieproces)

Hoe voer je de opdracht uit?

5. Check tevredenheid en bespreek de resultaten

6. Verantwoordt keuzes of aanpassingen die je tijdens de uitvoering hebt gemaakt.