summer energy-quiz 2023

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-6

Summer energy-quiz 2023

Tijdens een online les moet iedereen de camera aanzetten. Als je elkaar kunt zien, is er meer interactie en als je je camera aan hebt, let je beter op. Het praat gewoon makkelijker als je elkaar ziet.

Zet alles op de juiste plek in het argumentatiestructuur

Ned

Tijdens een online les moet iedereen de camera aanzetten.

Als je je camera aan hebt, let je beter op.

Als je elkaar kunt zien, is er meer interactie.

Uiteenzetting

Beschouwing

Betoog

Argumentatiestructuur

Voor- en nadelenstructuur

Aspectenstructuur

Wat stond er op het bordje naast de deur?

10 seconden

Wat heeft de leraar die er later bijkomt in zijn hand?

15 seconden

De tijd na je eindexamen is het mooist, want dan gaan er veel leuke dingen gebeuren: op kamers wonen, de opleiding van je dromen volgen en veel nieuwe mensen ontmoeten.

Zet alles op de juiste plek in het argumentatiestructuur.

veel nieuwe mensen ontmoeten.

De tijd na je eindexamen is het mooist,

op kamers wonen,

de opleiding van je dromen volgen

want dan gaan er veel leuke dingen gebeuren:

Wat is het meest gegeten
ijsje tijdens de
Nederlandse zomer?!

1. Cornetto
2. Raketje
3. Magnum
4. Calippo

Wat is het tekstdoel? Het tekstdoel van een betoog is ...

1. Informeren
2. Amuseren
3. Overtuigen
4. Activeren

Wat is een ''waggie''?

1. Auto
2. Poging
3. Snoepje
4. Iemand aan zijn onderbroek ophangen

Welke tekstvorm hoort bij het gegeven tekstdoel?

Activeren

Amuseren

Uitleggen

Informeren

Overtuigen

Welk land is uit de Europese Unie gestapt?

1. Turkije
2. Ierland
3. Verenigd Koninkrijk
4. Portugal

hoe noem je dit argumentatieschema?

1. enkelvoudige argumentatie
2. enkelvoudige onderschikkende argumentatie
3. nevenschikkend onafhankelijke argumentatie argumentatie
4. meervoudige afhankelijke argumentatie

geen nevenschikking, het standpunt wordt met 1 argument onderbouwd.

Welk woord kan voor -kade en achter ijs-?

1. Punt
2. Blok
3. Streep
4. Raket

Standpunt

Argument 1

Argument 2

Subargument

Ik ben op wereldreis.

Ze hebben allemaal hun eigen belangen voorop staan.

Politici zijn niet te vertrouwen.

Ik ga
  niet meer stemmen.

In welk Europees land wordt het meeste bier gedronken?

1. Rusland
2. Frankrijk
3. Spanje
4. Duitsland

" Kortom, dit was de herhaling over tekstverbanden en signaalwoorden"
Tekstverband?

1. Doel-middelverband
2. Vergelijkend verband
3. Samenvattend verband
4. Concluderend verband

Welk woord is juist gespeld?

1. biekienietje
2. bikinietje
3. bikini-tje
4. bikini'tje

Wat is een column?

1. Hierin geef je je mening en wil je mensen amuseren. Het is een korte, prikkelende beschouwing
2. Hierin geef je feiten die bij het publiek nog onbekend zijn.
3. hierin bespreek je een kunstuiting, zoals een boek of een film. Subjectiviteit is een kenmerk
4. Hierin beschrijg je een gebeurtenis, activiteit of onderzoek nauwkeurig.

Raad het liedje !

Welk liedje hoor je?

1. Blauwe dag
2. Als het avond is
3. De overkant
4. Weg van jou

Welk liedje hoor je?

1. Schultenbräu
2. Ich bin wie du
3. Atemlos
4. Atem in der Nacht

Welk liedje hoor je?

1. Door de wolken kwam de zon
2. Zoutelande
3. Summerlove
4. Mijn Zomerliefde

Hoe citeer je?

1. Ik noteer de laatste twee woorden van de tekst Ik hoef geen aanhalingstekens te plaatsen Ik zet het (de) regelnummer(s) achter het citaat
2. Ik noteer de eerste twee woorden van de tekst ik zet het citaat tussen aanhalingstekens Ik zet het (de) regelnummer(s) achter het citaat
3. Ik neem de tekst letterlijk over(evt.verkort) ik zet het citaat tussen aanhalingsteksten Ik zet het (de) regelnummer(s) achter het citaat
4. Ik neem de tekst letterlijk over(evt.verkort) Ik hoef geen aanhalingstekens te plaatsen Ik zet geen regelnummer(s) achter het citaat

Martha is een goede schrijfster, want ze weet haar lezers altijd te boeien met haar blogposts.
Welk soort argumentatieschema is dit?
Een argumentatieschema op basis van ...

1. autoriteit
2. kenmerk/eigenschap
3. vergelijking
4. oorzaak-gevolg

Soorten argumenten

controleer-baar

twee gelijke zaken worden vergeleken

je gebruikt een voorval dat je hebt beleefd

je legt het nut uit of het gewenste gevolg

gebaseerd op een algemeen aanvaarde opvatting

gebaseerd op gevoel of intuïtie

feitelijk argument

ervarings-argument

nut of (on)gewenst gevolg

vermoeden

vergelijking-argument

emotioneel argument