This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Nederlands
Argumenteren
Klas 3A
Slide 1 - Slide
Lesdoel
Ik herken standpunten en argumenten en ik kan de argumentatiestructuur benoemen.
Slide 2 - Slide
Lezen H3 Argumenteren
Slide 3 - Slide
Wat is het argument?
De meeste inzendingen zijn niet om aan te horen; daarom kunnen we beter stoppen met het Eurovisie Songfestival.
A
De meeste ... horen;
B
daarom ... Songfestival.
Slide 4 - Quiz
Objectief of subjectief argument?
De meeste inzendingen zijn niet om aan te horen; daarom kunnen we beter stoppen met het Eurovisie Songfestival.
A
objectief argument
B
subjectief argument
Slide 5 - Quiz
Wat is het standpunt?
Je moet je warm kleden als je de deur uitgaat, want de temperatuur komt vandaag niet boven nul.
A
Je moet ... uitgaat,
B
want de ... boven nul.
Slide 6 - Quiz
Feitelijk of waarderend argument?
Je moet je warm kleden als je de deur uitgaat, want de temperatuur komt vandaag niet boven nul.
A
feitelijk argument
B
waarderend argument
Slide 7 - Quiz
Wat is het argument?
De militaire dienstplicht moet in Nederland opnieuw ingevoerd worden. Dat zal jongeren discipline en gehoorzaamheid bijbrengen.
A
De militaire ... worden.
B
Dat zal ... bijbrengen.
Slide 8 - Quiz
Wat is het standpunt?
Omdat de overheid veel geld kwijt is aan zorgkosten, moet roken helemaal verboden worden.
A
de overheid ... zorgkosten
B
roken ... verboden worden
Slide 9 - Quiz
Argumentatiestructuren
Enkelvoudige argumentatie
Onderschikkende argumentatie
Nevenschikkende argumentatie
Slide 10 - Slide
Enkelvoudig
Standpunt
Argument
Slide 11 - Slide
Onderschikkend
Standpunt
Argument
Ondersteunend argument
want
Slide 12 - Slide
Nevenschikkend
Standpunt
Argument
Argument
Argument
en
en
want
Slide 13 - Slide
Enkelvoudige, onderschikkende of nevenschikkende argumentatie?
Zij is de juiste persoon voor die baan, want zij heeft ruime ervaring in de branche en zij voldoet aan alle opleidingseisen.
A
enkelvoudig
B
nevenschikkend
C
onderschikkend
Slide 14 - Quiz
Enkelvoudige, onderschikkende of nevenschikkende argumentatie?
Dat was geen leuk festival. De hoofdact kwam niet opdagen. De bandleden hadden hun vliegtuig gemist.
A
enkelvoudig
B
nevenschikkend
C
onderschikkend
Slide 15 - Quiz
Liggend naar een liveconcert luisteren is echt anders dan wanneer je op een stoel zit. Je bent meer ontspannen en met je ogen dicht kun je beter luisteren, want je wordt nergens door afgeleid.
Zet alles op de juiste plek in het argumentatieschema.
Met je ogen dicht kun je beter luisteren.
Je bent meer ontspannen.
Liggend naar een liveconcert luisteren is echt anders dan wanneer je op een stoel zit.
Je wordt nergens door afgeleid.
Slide 16 - Drag question
Nederlands
Argumenteren
Klas 3Ab
vrijdag 15 januari
Slide 17 - Slide
Lesdoel
Ik herken standpunten en argumenten en ik kan de argumentatiestructuur benoemen.
Slide 18 - Slide
De tijd na je eindexamen is het mooist, want dan gaan er veel leuke dingen gebeuren: op kamers wonen, de opleiding van je dromen volgen en veel nieuwe mensen ontmoeten.
Zet alles op de juiste plek in het argumentatieschema.
veel nieuwe mensen ontmoeten.
De tijd na je eindexamen is het mooist,
op kamers wonen,
de opleiding van je dromen volgen
want dan gaan er veel leuke dingen gebeuren:
Slide 19 - Drag question
Tijdens een online les moet iedereen de camera aanzetten. Als je elkaar kunt zien, is er meer interactie en als je je camera aan hebt, let je beter op. Het praat gewoon makkelijker als je elkaar ziet.
Zet alles op de juiste plek in het argumentatieschema.
Het praat gewoon makkelijker als je elkaar ziet.
Tijdens een online les moet iedereen de camera aanzetten.
Als je je camera aan hebt, let je beter op.
Als je elkaar kunt zien, is er meer interactie.
Slide 20 - Drag question
Lezen HS 4
Verschil tussen tegenargument en weerlegging
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
Ik doe liever geen eindexamen, want als ik slaag moet ik naar een andere school. > Het is juist leuk om eindexamen te doen, want een nieuwe opleiding is interessant!
A
Tegenargument
B
Weerlegging
Slide 23 - Quiz
We gaan nooit meer op tijd komen, want er staat een file van Gouda tot Utrecht. > Misschien is die file wel opgelost tegen de tijd dat je bij Gouda bent.
A
Tegenargument
B
Weerlegging
Slide 24 - Quiz
Tot zover voor vandaag.
Als ik terugkijk op deze les; dan geef ik mezelf voor de beheersing van dit onderdeel een: (0-10)