Herhaling artikel & 5.3 leestaak

maandag 28 februari
week 9 
  • PTA artikel op maandag 7 maart i.v.m. uitval lessen
  • instructie lesson up 5.3
  • maken opdracht 4 tot en met 7
  • Test jezelf 5.3
  • boek lezen 
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

maandag 28 februari
week 9 
  • PTA artikel op maandag 7 maart i.v.m. uitval lessen
  • instructie lesson up 5.3
  • maken opdracht 4 tot en met 7
  • Test jezelf 5.3
  • boek lezen 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

leerdoelen 5.3 leesvaardigheid
In deze paragraaf leer je:
• de hoofdzaken in een tekst ordenen;
• (delen van) teksten samenvatten.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

samenvattingsvragen
Tijdens het Centraal Schriftelijk Examen moet je vragen bij teksten beantwoorden. Sommige van de vragen in je examen gaan over samenvatten. Deze vragen toetsen of je:
• een tekstgedeelte kunt samenvatten, bijvoorbeeld een (deel van een) alinea;
• de juiste samenvatting van een tekstgedeelte kunt aanwijzen;
• de tekstgedeelten in de juiste volgorde kunt zetten.

Vragen over samenvatten zijn vaak meerkeuzevragen, maar soms ook volgordevragen of open vragen. Bij volgordevragen moet je de antwoorden in de juiste volgorde zetten, bij open vragen moet je zelf het juiste antwoord opschrijven in één of enkele zinnen.

Ga bij vragen over samenvatten altijd op deze manier te werk:
• Lees het tekstgedeelte nog een keer goed door;
• Onderstreep de signaalwoorden;
• Bepaal wat de kernzin (hoofdzaak) is en welke zinnen bijzaken zijn.


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Je hoeft zelf niet te schrijven bij het examen Nederlands.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Bij een volgordevraag ga je anders te werk dan bij een open vraag.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Samenvattingsvragen zijn vaak meerkeuzevragen.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Stel, je hebt voor een samenvattingsvraag de signaalwoorden onderstreept.
Wat kun je daarna het beste doen?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

opdracht
  • Je gaat nu maken opdracht 4,5, 6 en 7
  • daarna maak je test jezelf 5.3

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Ik heb de opdrachten van 5.3 ( opdr 4 tot en met 7) gemaakt
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Poll

This item has no instructions

lastige gevallen 
45% van de leerlingen vindt wiskunde een moeilijk vak
De media schrijven over het Coronavirus
een aantal leerlingen kwam te laat in de les
er loopt nu een groep mensen door de straat
één van de mensen die hier werken, heeft fraude gepleegd
één of meer leerlingen hebben een grapje met mij uitgehaald!

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Congruentie 
Onderwerp en persoonsvorm moeten gelijk zijn in getal.

Dus als het onderwerp enkelvoudig is, moet de persoonsvorm ook enkelvoudig zijn.

En als het onderwerp meervoudig is, moet de persoonsvorm ook meervoudig zijn.




Gelijkheid in getal noemen we congruentie.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Is hier sprake van congruentie of incongruentie:

Bijna tachtig procent van de Nederlanders noemt zich gelukkig.
A
Congruentie
B
Incongruentie

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Is hier sprake van congruentie of incongruentie:

Een aantal mensen komt altijd te laat.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Is hier sprake van congruentie of incongruentie?

30 procent van de mensen zijn vaker ziek dan twee keer per jaar.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Is hier sprake van congruentie of incongruentie?

Het merendeel van de leerlingen maakten het huiswerk gelukkig goed.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 15 - Quiz

Incongruentie, want het merendeel maakt; enkelvoudige kern. 
Is hier sprake van congruentie of incongruentie:

Volgens Van Gaal geeft de media een verkeerde weergave van de gebeurtenissen.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Is hier sprake van congruentie of incongruentie:

Een groot aantal mensen zijn naar de bijeenkomst gekomen.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Artikel
  • titel
  • naam en klas onder je artikel
  • alinea indeling ( inleiding, kern en slot )
  • lees de situatieschets
  • je mag zelf dingen, zoals oplossingen, bedenken
  • check alle punten van de inhoud
  • schrijf leesbaar! 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

leestaak 5.3 
  • lees mee ( opdracht 17,  5.3 )  'verveling wordt een luxegoed'

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de tekstvorm
A
artikel
B
betoog
C
interviewverslag
D
uiteenzetting

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Evgeny Morozov is een
A
docent
B
filosoof
C
acteur
D
arts

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Hij is geboren in
A
Nederland
B
Polen
C
Wit-Rusland
D
Amerika

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Hij komt naar Amsterdam voor een;



A
filosofiefestival
B
muziekfestival
C
familiebezoek
D
vakantie

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

opdracht : lees de tekst nauwkeurig en vul de onderstaande zinnen aan door steeds de juiste alinea in te vullen.



  • De belangrijkste bewering van Morozov staat in alinea ?
  • In twee alinea's vind je in de eerste zin een belangrijk signaalwoord. Dat is alinea ?
  •  en alinea ?
  • De titel wordt uitgelegd in alinea


Slide 26 - Slide

This item has no instructions

antwoorden

  • De belangrijkste bewering van Morozov staat in alinea 2
  • In twee alinea's vind je in de eerste zin een belangrijk signaalwoord. Dat is alinea 3 en alinea 6
  • De titel wordt uitgelegd in alinea 7

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

opdracht inleveren in It's learning
Vat de tekst samen in maximaal 60 woorden.
De volgende punten moeten in je samenvatting voorkomen:
1 waarom een mens verveling nodig heeft
2 waarom verveling niet positief lijkt maar dat wel is
3 de oorzaak waardoor verveling verdwijnt
4 wat de gevaren van die oorzaak zijn
5 wat er in de toekomst gaat gebeuren

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

weektaak
  • maak opdracht 20 van 5.3 ( lever de opdracht in via It's learning)
  • test jezelf 5.3
  • boek lezen
  • voorbereiden PTA artikel 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions