1.3 Samenvatten

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

4Kc

Lesdoelen

• Je leert hoofd- en bijzaken herkennen;
• Je leert onderscheid te maken tussen hoofd- en bijzaken'; 
• Je leert hoofdzaken te ordenen

De belangrijkste informatie uit een tekst of alinea noem je?

1. De oorzaak
2. De hoofdzaak
3. De bijzaak
4. De achterzaak

In welke alinea kun je vaak de hoofdzaak vinden?

1. Eerste of tweede
2. Derde of vierde
3. Eerste of laatste
4. Negende of tiende

Hoe wordt de hoofdzaak van een alinea genoemd?

1. Zin
2. Bijnamen
3. Voorzaak
4. Kernzin

Waar staat de kernzin in de alinea?

1. Vooraan
2. Achteraan
3. Vooraan of achteraan
4. Staat er niet in

Hoe wordt de minder belangrijke informatie genoemd?

1. Hoofdzaak
2. Bijzaak
3. Schoolzaak
4. Politiezaak

Wat doen die bijzaken?

1. Niks, de schrijver moest iets schrijven
2. Geven een toelichting op de hoofzaak

Heb je deze bijzaken nodig bij het samenvatten?

1. Ja, hoe meer hoe beter
2. Nee, die kun je weglaten

Tijdens het CE moet je onder andere vragen bij leesteksten beantwoorden. Sommige vragen gaan over samenvatten. Deze vragen toetsen of je:

• hoofdzaken in een tekst kunt herkennen;

• hoofdzaken van bijzaken kunt onderscheiden;

• tekstgedeelten in de juiste volgorde kunt zetten.

Samenvattingsvragen

De examenvragen over samenvatten kunnen verschillende vormen hebben:

• meerkeuzevragen: je moet één of meerdere antwoorden kiezen (zie paragraaf 1.1);

• volgordevragen: je moet de antwoorden in de juiste volgorde zetten;

• schemavragen: je moet de hoofdzaken in een schema invullen;

• open vragen: je moet zelf het juiste antwoord opschrijven in één of enkele hele zinnen.

De examenvragen over samenvatten kunnen verschillende vormen hebben:

• meerkeuzevragen: je moet één of meerdere antwoorden kiezen (zie paragraaf 1.1);

• volgordevragen: je moet de antwoorden in de juiste volgorde zetten;

• schemavragen: je moet de hoofdzaken in een schema invullen;

• open vragen: je moet zelf het juiste antwoord opschrijven in één of enkele hele zinnen.

Stappenplan samenvattingsvragen

• Kijk goed in de vraag over welk tekstgedeelte het gaat.

• Lees dat tekstgedeelte nog een keer nauwkeurig.

• Let op signaalwoorden en bepaal welk tekstverband ze aangeven.

• Bepaal per alinea de kernzin (hoofdzaak) en de toelichting (bijzaken).

• Beantwoord de vraag.

Aan de slag:

E-mail afmaken

1.3 samenvatten

M. 1 t/m 6 & 8 t/m 14