- Veel herhaling van vorige paragraaf (en basiskennis)
- dan even pauze
- Daarna met par. 2 beginnen
1 / 31
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Wat gaan we doen vandaag
- Veel herhaling van vorige paragraaf (en basiskennis)
- dan even pauze
- Daarna met par. 2 beginnen
Slide 1 - Slide
Welke soorten rivieren zijn er?
Slide 2 - Open question
Sleep het juiste woord op het plaatje.
Bovenloop
Benedenloop
Slide 3 - Drag question
Sleep het juiste woord op het plaatje.
Bovenloop
Benedenloop
Slide 4 - Drag question
Welk begrip hoort bij de hele afbeelding?
A
bovenloop
B
stroomgebied
C
waterscheiding
D
benedenloop
Slide 5 - Quiz
Bron
Benedenloop
Bovenloop
Monding
Middenloop
Slide 6 - Drag question
Korte waterkringloop
Lange waterkringloop
Gemengde rivier
Regenrivier
Gletsjerrivier
Slide 7 - Drag question
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Grind
Grof zand en zand
Fijn zand en klei
Slide 8 - Drag question
verwering en erosie
erosie en sedimentatie
sedimentatie
Slide 9 - Drag question
Hoe worden de bochten in een rivier genoemd?
A
Hoefijzermeer
B
Slenken
C
Meanders
D
Erosie
Slide 10 - Quiz
Winterbed
Buitendijks
Zomerbed
Binnendijks
Uiterwaarde
Zomerdijk
winterdijk
Slide 11 - Drag question
1.Reliëf
2. Stroomsnelheid
3. Processen
4. Sediment
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Veel
Weinig
Overgang hoog naar laag
Laag
Sedimentatie
Fijn zand, klei
Erosie in de breedte
Hoog
verticale
erosie
stenen
hoog/laag
Erosie/sedimentatie in evenwicht
Grof zand, grind
Slide 12 - Drag question
Wat voor soort rivier zie je hier?
A
Regenrivier
B
Gletsjesrivier
C
gemengde rivier
Slide 13 - Quiz
Welk begrip hoort bij de volgende definitie:
de hoeveelheid water die een rivier afvoert gemeten in m3/s
A
Regiem
B
Debiet
C
Verval
D
Verhang
Slide 14 - Quiz
Stel: de neerslag in Nederland neemt toe....wat gebeurt er dan met het debiet van de rivieren?
A
Blijft gelijk
B
Wordt groter
C
Wordt kleiner
D
Dat is nog onbekend
Slide 15 - Quiz
De maas is een regenrivier, daarom is het regiem
A
regelmatig
B
onregelmatig
Slide 16 - Quiz
Hoogteverschil per km
Hoogteverschil tussen 2 punten
Schommelingen in het debiet
De hoeveelheid water die op een bepaald punt in de rivier stroomt
Verval
Verhang
Debiet
Regiem
Slide 17 - Drag question
Een rivier ontspringt op 1125 meter hoogte. 650 kilometer verder op is de hoogte waar de rivier stroomt nog maar 480 meter. Bereken het verval en verhang. Rond af op twee decimalen.
Slide 18 - Open question
Leerdoelen 2.2
Je kent de kenmerken van het Nederlandse rivierenprofiel.
Je kent de gevolgen van de eigenschappen van het rivierprofiel van de Rijn en de Maas voor de waterafvoer.
Slide 19 - Slide
Noem 3 ingrepen die de vertragingstijd van de Rijn en de Maas hebben doen afnemen.
Slide 20 - Open question
Begrippen:
-debiet
-regiem
Maas=regenrivier
Rijn=gemengde rivier
Invloed hiervan op regiem?
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Vertragingstijd
Regenval
Water in de rivier.
Invloed op de piekafvoer.
Slide 23 - Slide
Verstedelijking
Verstening/verharding = groter oppervlakte straten, wegen en bebouwing.
.
Slide 24 - Slide
Welk verband is er tussen vertragingstijd en verstedelijking?
A
Voor verstedelijking was de vertragingstijd groter
B
Voor verstedelijking was de vertragingstijd kleiner
C
Na verstedelijking was de vertragingstijd groter
D
Na verstedelijking was de vertragingstijd kleiner
Slide 25 - Quiz
Wat is de relatie tussen verstening, vertragingstijd en piekafvoer? Formuleer je antwoord: Door............. zal de ................ afnemen waardoor de ................. groter wordt (en je waarschijnlijk overstromingen en gedoe enzo krijgt).
Slide 26 - Open question
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Wat te doen?
Maak van H2P1 opdr. 1, 2, 3, 6 en 7 + H2P2 Opdr. 2, 4, 5, 6, 7
Volgende week moet H1 uiterlijk af zijn als je nog bonuspunten wil.
Slide 30 - Slide
In de Rijn zijn in het verleden kribben aangelegd. De afgelopen jaren zijn deze kribben op veel plaatsen verlaagd. Geef aan wat het doel was van het aanleggen van kribben;
A
verticale erosie tegen te gaan
B
de vertragingstijd in de benedenloop vergroten
C
het debietverloop vergroten
D
het beter bevaarbaar maken van rivier & het smal houden van de stroomgeul