Les 5. verbos irregulares

Mevrouw de Cuba
¡Bienvenidos!
1 / 33
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 240 min

Items in this lesson

Mevrouw de Cuba
¡Bienvenidos!

Slide 1 - Slide

El programa 
Bienvenidos - 5 min
profedeele- 30 minutos 
Gramática - 25 minutos
Blooket- 15 minutos 
Afsluiten - 5 min 

Slide 2 - Slide

SO3 Spaans
Wat moet je kunnen?
1. Werkwoorden vervoegen in de presente met een klinkerwisseling, bekijk goed alle bron G's in je tekstboek van elk hoofdstuk. Let op: nosotros en vosotros hebben geen klinkerwisseling.

Dar los grupos de verbos irregulares E-IE/ E-I/ O-UE/ GO
EI= EMPEZAR/ PREFERIR/TENER/QUERER/PENSAR/ ENTENDER/CERRAR
E=I PEDIR/ REPETIR/ REIR/SEGUIR
GO= HACER/SALIR / PONER
O=UE CONTAR/PODER/VOLVER/COSTAR/DORMIR/PROBAR
U=UE JUGAR

2. Vocabulario: Heb je nodig voor de werkwoorden en omschrijvingen
https://quizlet.com/join/gT5JanRJw



3. Een omschrijving geven van jezelf hoe je eruit ziet. Denk aan: kleur haar, ogen, bril, lang/klein etc.



Oefenen: play.blooket.com/play?hwId=65eeb4cce511100e82bb6e54
3. Een omschrijving geven van jezelf hoe je eruit ziet. Denk aan: kleur haar, ogen, bril, lang/klein etc.



Oefenen: play.blooket.com/play?hwId=65eeb4cce511100e82bb6e54

Slide 3 - Slide

Practicar con el presente 
We gaan 30 minuten oefenen via de link in het huiswerk magister. Kies vooral zelf wat je wilt gaan oefenen!

timer
30:00

Slide 4 - Slide

De  Fysieke  Beschrijving

Slide 5 - Slide

Het werkwoord ''TENER''
A
is een regelmatig werkwoord
B
is een onregelmatig werkwoord

Slide 6 - Quiz

De vervoeging van ''TENER'' in de 3de persoon enkelvoud:
A
Tengo
B
Tiene
C
Tenemos
D
Tenéis

Slide 7 - Quiz

Wat is de vervoeging van het werkwoord TENER?
A
tengo, tienes, tiene, tenemos, tenéis, tienen
B
tengo, tiene, tienes, tenemos, tenéis, tienen
C
tengo, tenes, tene, tenemos, tenéis, tenen
D
tiengo, tienes, tiene, tienemos, tienéis, tienen

Slide 8 - Quiz

Welke regelmatige werkwoorden zijn er?
A
Estar
B
Ser
C
Tener
D
Llevar

Slide 9 - Quiz

Vul de volgende zin:
Mi madre _______ doctora.
A
estas
B
lleva
C
es
D
tiene

Slide 10 - Quiz

De vervoeging van ''LLEVAR'' :
A
Lluevo, Llevas, Lleiva, Llevamos, Lleváis, Llevan
B
Llevo, Lleva, Llevas, Llevamos, Lleváis, Llevan
C
Llevo, Lleva, Llevas, Lleva, Lleváis
D
Llevo, Llevas, Lleva, Llevamos, Lleváis, Llevan

Slide 11 - Quiz

Wie van de volgende prinsesjes is ''pelirroja'' ?
A
B
C
D

Slide 12 - Quiz

Wat is het juiste beschrijving?
A
Él lleva sombrero
B
Él es rubio
C
Ella tiene bigote
D
Él lleva gafas

Slide 13 - Quiz

Wie van de volgende prinsesjes heeft ''pelo castaño'' ?
A
B
C
D

Slide 14 - Quiz

Welk zelfde accessoire dragen deze karakters?
(Antwoord in het Spaans)

Slide 15 - Open question

Wie van de volgende prinsesjes is ''rubia'' ?
A
B
C
D

Slide 16 - Quiz

Hoe weet ik welke van de werkwoorden 
(Ser, Tener en Llevar) bij welke omschrijving nodig is?

Slide 17 - Slide

1. Een persoon identificeren.
       Es mi abuela. 
 Mi abuela es una mujer.

2. Geslacht en afkomst.
              Es española.

3. Beroep
         Mi abuela es doctora.

SER
4. Permanente kwaliteiten:

Fysiek:
  • Hoogte                      Gewicht.      
Mi abuela es baja.       Es gorda/ flaca.

  • Schoonheid.        Fases van het leven. 
Es guapa/ fea.                        Es vieja. 

Karakter:
Mi abuela es simpática.
Mi abuela es generosa.


Slide 18 - Slide

TENER
Bezit
Leeftijd
Lichaamsdelen
Tiene 30 años.
- Tiene el pelo corto.
- Tiene el pelo castaño.
- Tiene barba.

Slide 19 - Slide

LLEVAR
 Dingen die veranderen
Kleding
Lleva un velo.
Accessoires
Lleva un bolso.

Slide 20 - Slide

let op
Zowel met het werkwoord ''TENER'' als met het werkwoord ''LLEVAR''
Lichaamsdelen veranderen
(pelo, barba, bigote, etc.)
Bijna permanente accessoires
(pendientes, gafas, piercing, etc.)
Je denkt dat het essentieel of blijvend is - gebruik TENER


Je denkt dat het kunstmatig of tijdelijk is - gebruik LLEVAR



Tiene bigote.
(altijd)
Lleva el pelo rosa.
(is niet zijn natuurlijke haar)

Slide 21 - Slide

Zinnen maken bij het omschrijven van een persoon.
Onderwerp                    Werkwoord                    Eigenschap
                      
SER
TENER
LLEVAR
DOCTORA
PELO NEGRO
BOLSO
ÉL
ELLA
Mi abuela + es + doctora.
Él + tiene + el pelo negro.
Ella + lleva + un bolso

Slide 22 - Slide

  • Een persoon omschrijven met 3de persoon vervoeging:                                                                       Pedro/ María - (Él/ Ella)

  • Lidwoorden en kleur bij de kleding toevoegen: (el/ la)    (uno/ una)  (unos/unas) 
Un pantalón negro - Una camiseta azul

  • Mannelijke/ vrouwelijk vorm:                             Un pantalón - Una camiseta

  • Enkelvoud/ meervoud:                                            Un sombrero - Unas gafas de sol

Slide 23 - Slide

LLEVAR
SER
TENER
Dingen die veranderen
Bezit
Leeftijd
Afkomst
Lichaamsdelen
Gewicht
Beroep

Slide 24 - Drag question

Ella _________ cocinera.
A
tiene
B
llevas
C
es
D
lleva

Slide 25 - Quiz

Él tiene el pelo azul.
(is niet zijn natuurlijke haarkleur)
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Mario ________ el pelo corto.
A
tienes
B
tiene
C
es
D
lleva

Slide 27 - Quiz

Lola ______ un bolso rojo.
A
lleva
B
es
C
tine
D
llevas

Slide 28 - Quiz

Él tiene bigote.
(altijd)
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Aan de slag!
Escribe siete frases sobre una descripción.





- Werkwoorden SER, TENER en LLEVAR moeten gebruikt worden.




timer
10:00

Slide 30 - Slide

7 zinnen

Slide 31 - Open question

Blooket

Slide 32 - Slide

¡Hasta la próxima!
No olvides la tarea!

Slide 33 - Slide