Les 26 (herhaalles)

Les 26
Herhalen vooral grammatica
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Les 26
Herhalen vooral grammatica

Slide 1 - Slide

Programme
  • Lesdoelen
  • Presentie
  • Herhalen
      - Regelmatige werkwoorden
      - Ontkenningen
  • Au travail!
  • (Blooket getallen)
  • Afsluiting
  • Devoirs

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Na de les...
...kun je regelmatige werkwoorden vervoegen naar de juiste persoon.

...kun je het ontkennend maken in zinnen toepassen.


Slide 3 - Slide

Presentie

Slide 4 - Slide

Regelmatig werkwoord
Hoe zat het ook alweer?


Slide 5 - Slide

Het stappenplan
Deze regelmatige werkwoorden vervoeg je dus als volgt:

Stap 1: haal -er eraf.        aimer > aim...
Stap 2: Zet nu achter de stam, de juiste uitgang.
                J'aim     -        (j'aime)
             Tu aim    -es        (tu aimes)
  Il/elle/on aim    -e         (il aime, elle aime, on aime)
        Nous aim    -ons     (nous aimons)
        Vous aim     -ez       (vous aimez)
    Ils/elles aim     -ent     (ils aiment, elles aiment)

Slide 6 - Slide

De ontkenning in het Frans
In het Frans heb je niet slechts één woord voor een ontkenning, zoals niet / geen, maar heb je er twee: ne .... pas (niet/geen). 
Dit komt rond de persoonsvorm > ne persoonsvorm pas

Je regarde la carte.
Je ne regarde pas la carte.

Slide 7 - Slide

Let op!
Bij de volgende situanties moet je even goed opletten:

Voor een klinker en stomme 'h' komt een n' en niet 'ne'
> Je n'aime pas les médicaments. 
> Je n'habite pas près d'un hôpital. 


Slide 8 - Slide

Er zijn ook nog een paar bijzondere vormen, zoals:

De ontkenning van c'est -->  'ce n'est pas'




Slide 9 - Slide

Ontkenningen
Maak de volgende zinnen ontkennend en leg uit hoe je tot jouw antwoord gekomen bent. We bespreken ze allemaal even:

1. C'est bon marché. 
2. La madame cherche le supermarché.
3. Vous achetez la crème visage?
4. Noah en Nathalie habitent dans le centre. 
timer
3:00

Slide 10 - Slide

Au travail!
Jullie gaan nu eerst oefenen met de ontkenningen. Jullie maken het werkblad wat wordt uitgedeeld. Ben je klaar, dan vraag je een nakijkblad en ga je nakijken. Dit nakijkblad lever je netjes weer in, want er zijn anders niet genoeg. 

Klaar met de ontkenningen? Dan ga je het bordspel doen op p.75.
- Gebruik doppen, gummetjes, etc als een pion.
- Gooi met een online dobbelsteen.
- Zeg de vorm van het werkwoord, vervoegd naar de juiste persoon.
- Goed, blijf staan. Fout, ga terug naar waar je stond.
- Wie als eerst de finish haalt, wint het spel.

timer
10:00

Slide 11 - Slide

Blooket
We gaan nu via Blooket de cijfers t/m 100 oefenen. Pak je telefoon en schrijf je met je eigen naam in.

Slide 12 - Slide

Les devoirs
Leer voor de toets:
Voca A, B, E en F
Les nombres p.96
Phrases Clés C en G
Grammaire D en G

Slide 13 - Slide