T3 laatste les H1 basis

Welk rijtje moet je uit je hoofd kennen voor het ontleden van zinnen?
1 / 15
next
Slide 1: Open question
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welk rijtje moet je uit je hoofd kennen voor het ontleden van zinnen?

Slide 1 - Open question

opdracht - deel 1
pak een blaadje
vouw dit in vieren
vouw het weer open
zet nu in elk vak één van de volgende woorden (klein schrijven!):
lezen, woordenschat, grammatica, spelling
onderstreep deze woorden
maak een foto en stuur deze via de chat/laat zien in lokaal

Slide 2 - Slide

puzzelboodschap:
L..S D. .PDR.CHT!
.EE. .E O...A...!

Waarom? Omdat .................

Slide 3 - Slide

opdracht - deel 2
pak het blaadje met de vier vakken
maak in elk vak een spiekbriefje voor dat onderdeel

STOP! Eerst de vraag beantwoorden:

Slide 4 - Slide

Wat zet je op een spiekbriefje?

Slide 5 - Open question

Wat komt er op het spiekbriefje voor grammatica?

Slide 6 - Open question

Wat komt er op het spiekbriefje spelling?

Slide 7 - Open question

Wat komt er op het spiekbriefje woordenschat?

Slide 8 - Open question

Wat komt er op het spiekbriefje Lezen?

Slide 9 - Open question

tijd
20 minuten de tijd
5 minuten per vak

doe het netjes!

Slide 10 - Slide

De hond (blaffen) luid, toen de baas hem (vasthouden).
A
blafde, vasthoudt
B
blafde, vasthield
C
blafte, vasthoudde
D
blafte, vasthielf

Slide 11 - Quiz

Nadat we (zwemmen) hadden, (lusten) we wel een paar pannenkoeken.
A
gezwommen, lustte
B
gezwommen, lustten
C
gezwommen, luste
D
gezwommen, lusten

Slide 12 - Quiz

Gisteren (verwachten) de weerman veel regen, terwijl hij op dit moment weer zon (voorspellen).
A
verwacht, voorspelt
B
verwachtte, voorspelde
C
verwachtte, voorspelt
D
verwachte, voorspelt

Slide 13 - Quiz

Als jij geld (verdienen), (besteden) jij dat dan allemaal aan kleding?
A
verdient, besteed
B
verdient, besteedt
C
verdiendt, besteet
D
verdient, besteet

Slide 14 - Quiz

rest opdracht 5
5 De koper heeft Anna beloofd dat hij later de verzendkosten vergoedt.
6 De leeuw verorbert nu het vlees dat zijn verzorger de kooi in heeft 
       geslingerd.

Grammatica : oefenen zinnen ontleden ->

Slide 15 - Slide