Quiz 4 havo katern 2 hfst 2

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Quiz katern 2 hoofdstuk 2 

Wat zijn de constante kosten?

Wat is de prijs van het product?

Wat zijn de variabele kosten per product?

Hoe bereken je MK?

1. Verandering van Q / verandering van TK
2. GO - GTK
3. Verandering van TK/ verandering van Q

De aanbodlijn gaat omlaag/ naar rechts

De aanbodlijn gaat omhoog/ naar links

De accijns op sigaretten gaat omhoog

De productiekosten gaan omlaag

Er komen meer aanbieders op de markt

De prijs van grondstoffen gaat omhoog

De overheid geeft subsidies aan boeren

In een boekenwinkel worden boeken voor 25 euro verkocht. De inkoopkosten zijn 7 euro en de arbeidskosten zijn 8 euro. De vaste kosten zijn €16.000. Stel TO en TK op.

Wat is geen aanbodfactor?

1. Prijs van het goed
2. Aantal aanbieders
3. Kosten van het product
4. Het aantal consumenten

Wat is hier de evenwichtsprijs?

Qa = 10p -1.500
Qv = -15p + 10.000
Wat is de evenwichtshoeveelheid?

Zie je hier een vraagoverschot of een aanbodoverschot?

1. Vraagoverschot
2. Aanbodoverschot

500

500

500

500

500

500

600

650

680

700

750

860

990

100

75

60

50

50

60

70

500

250

166.67

125

100

83.33

71,43

600

325

226,67

175

150

143,33

141,43

-

50

30

20

50

110
130 

Hoe goed heb jij hoofdstuk 2 onder de knie?

😒🙁😐🙂😃