H5.3

H5.3
Je hebt een rekenmachine, papier en een pen nodig om deel te nemen aan deze quiz. 
je moet aantekeningen maken 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Nask / BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H5.3
Je hebt een rekenmachine, papier en een pen nodig om deel te nemen aan deze quiz. 
je moet aantekeningen maken 

Slide 1 - Slide

De formule van gemiddelde snelheid
A
=Afgelegde afstand ÷ De tijd die daarvoor nodig is
B
=Afgelegde afstand x De tijd die daarvoor nodig is
C
=Afgelegde afstand + De tijd die daarvoor nodig is .
D
=Afgelegde afstand - De tijd die daarvoor nodig is

Slide 2 - Quiz

De formule de afgelegde afstand
A
=gemiddelde snelheid x De tijd die daarvoor nodig is
B
=gemiddelde snelheid ÷ De tijd die daarvoor nodig is
C
=gemiddelde snelheid + De tijd die daarvoor nodig is .
D
=gemiddelde snelheid - De tijd die daarvoor nodig is

Slide 3 - Quiz

bij een eenparige beweging hoort een:
A
constante snelheid
B
versnelde snelheid
C
vertraagde snelheid
D
alle antwoorden zijn onjuist

Slide 4 - Quiz

Bij welk type beweging horen
de meetgegevens in de tabel?

A
eenparige beweging
B
versnelde beweging
C
vertraagde beweging
D
niet-eenparige beweging

Slide 5 - Quiz

Bij welk type beweging hoort
de grafiek ?

A
eenparige beweging
B
versnelde beweging
C
vertraagde beweging
D
niet-eenparige beweging

Slide 6 - Quiz

Bij welk type beweging horen
de meetgegevens in de tabel?

A
eenparige beweging
B
versnelde beweging
C
vertraagde beweging
D
alle antwoorden zijn onjuist

Slide 7 - Quiz

Bij welk type beweging horen
de meetgegevens in de tabel?

A
eenparige beweging
B
versnelde beweging
C
vertraagde beweging
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 8 - Quiz

Bij welk type beweging hoort
de grafiek?

A
eenparige beweging
B
versnelde beweging
C
vertraagde beweging
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 9 - Quiz

Bij welk type beweging hoort
de grafiek?

A
eenparige beweging
B
versnelde beweging
C
vertraagde beweging
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 10 - Quiz

bij een versnelde beweging hoort een:
A
constante snelheid
B
versnelde snelheid
C
vertraagde snelheid
D
alle antwoorden zijn onjuist

Slide 11 - Quiz

bij een versnelde beweging hoort een:
A
eenparige beweging
B
versnelde beweging
C
vertraagde beweging
D
niet-eenparige beweging

Slide 12 - Quiz

In 2014 legt schaatsster Ireen Wüst en ronde van 400 meter af in een tijd van 32 seconden.

wat zijn de gegevens?


A
a = 400 m; t = 32 s
B
s = 400 m; t = 32 s
C
s = 32 s; v = 400 m
D
v = 32 s; s = 400 m

Slide 13 - Quiz

In 2014 legt schaatsster Ireen Wüst en ronde van 400 meter af in een tijd van 32 seconden. Bereken de gemiddelde snelheid van de schaatsster in m/s.

wat is gevraagd?

A
v gem in m/s
B
s in m
C
t in s
D
a in s

Slide 14 - Quiz

In 2014 legt schaatsster Ireen Wüst en ronde van 400 meter af in een tijd van 32 seconden. Bereken de gemiddelde snelheid van de schaatsster in m/s.

wat is de formule van snelheid?


A
t/s
B
s x t
C
s/t
D
a x t

Slide 15 - Quiz

In 2014 legt schaatsster Ireen Wüst en ronde van 400 meter af in een tijd van 32 seconden. Bereken de gemiddelde snelheid van de schaatsster in m/s.

A
12,5 s/m
B
12,5 m/s
C
12,5 m x s
D
12800 m x s

Slide 16 - Quiz

Linn rijdt een flinke afstand op haar racefiets. Na drieënhalf uur fietsen kijkt ze op haar fietscomputer. Ze ziet dat haar gemiddelde snelheid 28 km/h is.
Welke afstand heeft Linn in drieënhalf uur afgelegd?

A
8 m
B
98 m
C
8 km
D
98 km

Slide 17 - Quiz