Oefening hoofdletters en leestekens

Nederlands
Hoofdletters & leestekens
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2-4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Nederlands
Hoofdletters & leestekens

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Welke zin is correct geschreven, lettend op leestekens en hoofdletters?
A
Piet zei: 'Wil je een pizza met vlees, vis of groente?'
B
Piet zei: 'Wil je een pizza met vlees, vis, groente?'

Slide 5 - Quiz

Wanneer gebruik je géén hoofdletter?
A
Namen van winkels
B
Familienamen
C
Namen van maanden
D
Namen van musea

Slide 6 - Quiz

Wanneer gebruik je géén hoofdletter?
A
Namen van feestdagen
B
Namen van jaargetijden
C
Namen van personen
D
Namen van bedrijven

Slide 7 - Quiz

Een komma zet je niet ...
A
Tussen twee persoonsvormen
B
Tussen twee verbindingswoorden
C
Tussen twee moeilijke woorden
D
Tussen delen van een opsomming

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

Schrijf over. Zet leestekens waar dat moet.

Als het pijn doet geef je maar een gil

Slide 10 - Open question

Schrijf over. Zet leestekens waar dat moet.
Levi wil je die bak met pennen potloden en stiften aangeven

Slide 11 - Open question

Schrijf over. Zet leestekens waar dat moet.

Ik blijf vandaag thuis omdat ik schoolziek ben

Slide 12 - Open question

Schrijf over. Zet leestekens waar dat moet.
Ik eet graag pizza pasta soep en patat

Slide 13 - Open question

Juist of onjuist:
Pieter Van Duinrade
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Juist of onjuist:
maandag
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Juist of onjuist:
Audi
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Juist of onjuist:
afrikaanse
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Welke zin is correct geschreven, lettend op leestekens en hoofdletters?
A
De bedrijfshulpverlener belde 112 want hij vertrouwde de situatie niet.
B
De bedrijfshulpverlener belde 112: 'Hij vertrouwde de situatie niet!'
C
De bedrijfshulpverlener belde 112, want hij vertrouwde de situatie niet.

Slide 18 - Quiz

Welk woord hoort niet met een hoofdletter geschreven te worden?
A
April
B
Hema
C
Zweden
D
Pasen

Slide 19 - Quiz

Welk woord hoort niet met een hoofdletter geschreven te worden?
A
Eiffeltoren
B
Maas
C
Waal
D
Lente

Slide 20 - Quiz

Welk woord hoort niet met een hoofdletter geschreven te worden?
A
De Nachtwacht
B
Hoogspanningskabel
C
Tim
D
Udens College

Slide 21 - Quiz