Heroyam les 10

Les 10 Heroyam 
Later komen en vrij vragen
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Les 10 Heroyam 
Later komen en vrij vragen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Huiswerk bespreken 
Wat weet je nog van de vorige les?
Te laat komen, wat doe je? 
Vrij vragen aan je baas 
Een collega vragen om voor jou te werken
Pauze
Nieuwe werkwoorden willen, kunnen, mogen
Oefeningen uit het boek met de nieuwe werkwoorden
Oefenen in groepjes met spreekoefeningen
Taalkaarten invullen

Slide 2 - Slide

Ziekmelden
B: Hallo met ...(naam)
C: Goedemorgen, met ... (naam ) Ik ben ziek. Ik kan niet werken.
B: O, wat vervelend. Bedankt voor het bellen. En beterschap!
C: Bedankt. Dag!
B: Dag!

Slide 3 - Slide

Beter melden
B: Hallo met ... (naam)
C: Hoi, met ... Ik ben weer beter!
B: O, wat fijn! Kun je weer werken?
C: Ja, ik kan morgen weer werken.
B: Fijn! Tot morgen dan!
C: Tot morgen.

Slide 4 - Slide

Een afspraak maken
C: Tring, tring.
B: Goedemiddag, met de assistente van tandarts Maas.
C: Goedemiddag, met ….. ….. (voor- en achternaam). Ik wil graag een afspraak maken.
B: Dat kan. Kunt u donderdag om negen uur?
C: Nee, ik kan dan niet. Ik moet naar school. 
B: Oké. Kunt u donderdag om drie uur?
C: Ja, dat kan!
B: Fijn. Tot dan!
A. Bedankt! Dag!


Slide 5 - Slide

Te laat
A Goedemorgen
B Hey …. Waarom ben je te X
A De bus had X  
B Dat is X. Maar nu ben je te laat. Je moet X, als je te laat bent.
A Sorry dat ben ik vergeten. Ik zal de volgende keer bellen.
B Fijn!

Slide 6 - Slide

Te laat
A Goedemorgen
B Hey …. Waarom ben je te laat?
A Ik heb pijn in mijn been. Ik kan niet goed fietsen.
B Dat is vervelend. Maar nu ben je te laat. Je moet bellen, als je te laat bent.
A Sorry dat ben ik vergeten. Ik zal de volgende keer bellen.
B Fijn!

Slide 7 - Slide

Iemand vragen om voor jou te werken.   

C: Tring, tring.
A: Met ….. ….. (voor- en achternaam)
C: Hallo, met ….. ….. (voor- en achternaam) Ik wil zaterdag graag vrij. Ik ben dan jarig. Kun jij voor mij werken?
A: Ja hoor, dat kan wel.
C: Wat fijn! Bedankt!
A: Graag gedaan!
C. Tot ziens!

Slide 8 - Slide

Iemand vragen om voor jou te werken.   
C: Hallo, met ….. ….. (voor- en achternaam) Ik wil zaterdag graag vrij. Ik ben dan jarig. Kun jij voor mij werken?
A: Nee, sorry, dat kan niet.
C: Jammer.
A: Misschien kan …. voor jou werken?
C: Ik ga het haar (hem) vragen, dankjewel. Dag!
A: Dag!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide