10.4 Ontstaan ontwikkeling leven

H9: Erfelijkheid
H10: Evolutie
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H9: Erfelijkheid
H10: Evolutie

Slide 1 - Slide

10.4 Het ontstaan en de ontwikkeling van het leven

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de endosymbiose-theorie uitleggen.
  • Je begrijpt hoe een evolutie tijdlijn wordt gemaakt.
  • Je kunt het verschil tussen homologie en analogie uitleggen.
  • Je kunt een evolutionaire stamboom lezen en verwantschap (soorten en geslachten) eruit halen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

BINAS 94C

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Bekijk Bron 18 van je boek.
Bij vloed komen stromatolieten onder water te staan. Om welke reden is dit belangrijk voor cyanobacteriën?
A
De cyanobacteriën kunnen dan mineralen uit het water halen.
B
De cyanobacteriën kunnen dan organische stoffen uit het water halen.
C
De cyanobacteriën kunnen dan water opnemen voor hun fotosynthese.
D
De cyanobacteriën kunnen dan zuurstof uit het water halen.

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Tussen welke twee van deze diergroepen komt het DNA het minst overeen?
Tussen welke twee van deze diergroepen komt het DNA het meest overeen?
A
MINST tussen baleinwalvissen en giraffen MEEST tussen dwergherten en zwijnen
B
MINST tussen zwijnen en baleinwalvissen MEEST tussen dwergherten en zwijnen
C
MINST tussen baleinwalvissen en giraffen MEEST tussen giraffen en dwergherten
D
MINST tussen zwijnen en baleinwalvissen MEEST tussen giraffen en dwergherten

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Welke zoogdieren zijn volgens afbeelding 2 het meest verwant aan de nu nog levende tand- en baleinwalvissen? 

Slide 18 - Slide

Welke zoogdieren zijn volgens afbeelding 2 het meest verwant aan de nu nog
levende tand- en baleinwalvissen?

Slide 19 - Open question

Planning vandaag
  • Uitleg homologie en analogie
  • Zelfstandig werken: maken CE-training H10
  • Klassikaal bespreken CE-training H10

Slide 20 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen homologe en analoge organen.
  • Je begrijpt dat wetenschappers homologe organen en DNA gebruiken om te bepalen hoe nauw verwant verschillende soorten zijn.
  • Je kunt evolutoniare stambomen "lezen" en er verwantschap uit halen.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Neem deze tabel over in je schrift!
...dus verwantschap               ...dus géén verwantschap

Slide 26 - Slide

HUISWERK
Bestudeer 10.4 en 
maak opdr. 2 t/m 7 en 10 t/m 13

Maak NU de CE-training van H10

Slide 27 - Slide