Spellingsquiz

Spellingsquiz!
1 / 11
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 6-8

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Spellingsquiz!

Slide 1 - Slide

Vraag 1: Welk woord is goed gespeld?
A
het parapluutje
B
het paraplutje
C
de parapluutje
D
de paraplutje

Slide 2 - Quiz

Vraag 2: Vul de juiste letters in:
Gisteren .... ik mijn vingers aan de oven
A
brande
B
brandde
C
brandte
D
brandden

Slide 3 - Quiz

Vraag 3: Welk woord is goed gespeld?
A
twee fotos
B
twee fotoos
C
twee foto´s
D
twee fotto´s

Slide 4 - Quiz

Vraag 4: Vul de juiste letters in:
De matro...en stonden op het schip
A
s
B
zz
C
ss
D
z

Slide 5 - Quiz

Vraag 5: Hoe schrijf je de hij-vorm van het werkwoord zagen in de tegenwoordige tijd?
A
Hij zaacht
B
Hij zaagd
C
Hij zaagt
D
Hij zagt

Slide 6 - Quiz

Vraag 6: Vul de goede letters in. Kies uit ou of au
Strijkb....t

Slide 7 - Open question

Vraag 7: Welk woord is FOUT gespeld?
A
exemplaar
B
simpathiek
C
taxi´s
D
pyjama

Slide 8 - Quiz

Vraag 8: Vul de goede letters in. Kies uit ei of ij
Kapit...n

Slide 9 - Open question

Vraag 9: Welke zin is goed gespeld?
A
In de taxi zag ik een kabouter met een wasknijper
B
In de taksi zag ik een kabouter met een wasknijper
C
In de taxi zag ik een kabauter met een wasknijper
D
In de taxi zag ik een kabouter met een waskneiper

Slide 10 - Quiz

Vraag 10: Vul de juiste letters in:
Mama speelt vals op haar sa..ofoon
A
xs
B
ks
C
x
D
s

Slide 11 - Quiz