Persoonsvorm tt en vt

Deze les:
- 10 minuten lezen
- Vorige les
- Doel van de les
- Instructie
- Verwerking
- Afsluiting
- Huiswerk
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2,3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Deze les:
- 10 minuten lezen
- Vorige les
- Doel van de les
- Instructie
- Verwerking
- Afsluiting
- Huiswerk

Slide 1 - Slide

Lezen in stilte
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Vorige les
Losse zin
Samengestelde zin: losse zinnen aan elkaar geplakt
Voegwoord: woord die zinnen aan elkaar plakt
en / of / omdat / terwijl / zodat / nadat / als

Slide 3 - Slide

Doel van de les
Deze les leer je:

- de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen
- de verleden tijd van zwakke- en sterke werkwoorden goed spellen
- de moeilijke woorden uit deze paragraaf goed spellen

Slide 4 - Slide

De zwooi diekt zwacht op de puig van de daal.
1. Persoonsvorm?
2. Tegenwoordige tijd of verleden tijd?
3. Persoonsvorm in andere tijd zetten

Slide 5 - Slide

Wat is de persoonsvorm?
De zwooi diekt zwacht op de puig van de daal.

Slide 6 - Open question

De zwooi diekt zwacht op de puig van de daal.
1. Persoonsvorm?
DIEKT

2. Tegenwoordige tijd of verleden tijd?
TEGENWOORDIGE TIJD

Slide 7 - Slide

Wat zou de verleden tijd zijn van diekt?

Slide 8 - Open question

De zwooi diekt zwacht op de puig van de daal.
1. Persoonsvorm?
DIEKT

2. Tegenwoordige tijd of verleden tijd?
Tegenwoordige tijd

3. Persoonsvorm in andere tijd zetten
De zwooi diekte zwacht op de puig van de daal.

Slide 9 - Slide

- Hoe schrijf je de persoonsvorm?
- Ik-vorm
- Tegenwoordige tijd hij/zij = ik + t
- Verleden tijd:
- Sterke / zwakke werkwoorden
- Verleden tijd zwakke werkwoorden: ikvorm + te(n) OF ikvorm + de(n)
- 't ex-foxschaap

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Verwerking

Maken:
Hfst 1 taalverzorging (persoonsvorm tt en vt)
Opdracht 1 t/m 4
Werk online

KLAAR?
- iets voor jezelf doen


timer
15:00

Slide 12 - Slide

Afsluiting
Deze les heb je geleerd:



- de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen
- de verleden tijd van zwakke- en sterke werkwoorden goed spellen
- de moeilijke woorden uit deze paragraaf goed spellen

Slide 13 - Slide

Huiswerk
Maken
Hfst 1 taalverzorging (persoonsvorm tt en vt)
Opdracht 1 t/m 4
Werk online
                                                 

Slide 14 - Slide