the emperor's new clothes

• Engels
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

the emperor's new clothes

00:08

Er was eens een...

1. koning
2. keizer
3. heerser
4. leider

00:32

De keizer is heel ijdel

1. waar
2. niet waar

01:08

De keizer vindt zichzelf heel slim

1. waar
2. niet waar

01:18

Deze man is 'tailor'.
tailor betekent:

1. schoenmaker
2. naaister
3. kleermaker
4. ontwerper

01:23

The tailor is a dishonest man.

wat betekent dishonest?

1. liegbeest
2. oneerlijk
3. waarzegger
4. helderziende

02:38

He pretended
betekent:

1. hij hield omhoog
2. hij pakte uit
3. hij deed alsof
4. hij liet zien

02:55

alleen intelligente mensen kunnen het zien, zegt de tailor

1. waar
2. niet waar

03:25

"he was confused"
betekent:

1. hij was in de war
2. hij was blij
3. hij was verdrietig
4. hij was opgewekt

04:05

De keizer weet niet zeker of het zijn smaak is en gaat de mening van anderen vragen.

1. waar
2. niet waar

05:13

Het was de kleermaker gelukt, hij ging met koffers vol goud naar huis.

1. waar
2. niet waar

06:36

Kon de keizer de kleren écht zien? Of zag hij wat hij graag wílde zien?

1. hij zag ze echt
2. hij zag wat hij wilde zien

07:05

"the crowd fell silent"

betekent:

1. de menigte ging juichen
2. de menigte viel stil

07:45

"he knew he had been fooled"

1. hij wist dat hij voor gek stond
2. hij wist dat hij voor de gek was gehouden