Biologie Erfelijkheid en evolutie

Biologie Erfelijkheid en evolutie
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Biologie Erfelijkheid en evolutie

Slide 1 - Slide

Wat is fenotype?
A
Informatie over je uiterlijk
B
Informatie over je innerlijk
C
DNA
D
Informatie op je genen in de celkern

Slide 2 - Quiz

Wat is je genotype?
A
DNA
B
Informatie over erfelijke eigenschappen
C
Chromosomen
D
Lange dunnen draden

Slide 3 - Quiz

Hoe krijg je variatie in genotype
A
Celdeling
B
Evolutie
C
Geslachtelijke voorplanting
D
Natuurlijke selectie

Slide 4 - Quiz

Geslachtscellen bevatten
A
23 chromosomen
B
34 chromosomen
C
46 chromosomen
D
92 chromosomen

Slide 5 - Quiz

Wat is mutatie
A
Plotselinge verandering
B
Pokémon evolutie
C
Darwin
D
Genen die veranderen

Slide 6 - Quiz

Zet de begrippen op de juiste plek
Kankercel
Uitzaaiing
Tumor

Slide 7 - Drag question

Een albino is een mutant.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

Wat zijn mutagenen?
A
Sigaretten rook
B
chemische stoffen
C
Uv-Straling
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 9 - Quiz

chromosomen
genen
Lange dunne draden
Komen in paren voor
Bevatten informatie voor een erfelijke eigenschap
Deel van een chromosoom
Bevatten veel genen

Slide 10 - Drag question

Wie heeft de meeste verwantschap met de gorilla?
A
Apen van de nieuwe wereld
B
Chimpansees
C
Orang-oetans
D
Gibbons

Slide 11 - Quiz

Wat is de evolutie theorie
A
de ontwikkeling van het leven op aarde waarbij nieuwe soorten ontstaan
B
Het ontstaan van de aarde volgens Darwin
C
Natuurlijke selectie volgens Darwin
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 12 - Quiz

Wat is isolatie
A
Het goed warm houden van je huis
B
Door een verandering in omgeving afgezonderd woorden van je eigen soort
C
Afgezonderd worden door eigen keuze
D
Een nieuwe populatie beginnen

Slide 13 - Quiz

Volgens de biologie begon het leven op aarde met
A
Sterren en de zon
B
Water planten
C
De dinosaurussen
D
Zuurstof producerende bacteriën

Slide 14 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van het leven op het land?
A
Planten-Bacteriën-Dino-Dieren-Apen
B
Dino's-Gewervelde dieren- vissen-reptielen-apen
C
Landplanten-gewervelde dieren in het water-landdieren-amfibieën/reptielen
D
Dinos-apen-vissen-gewervelde dieren-mensen

Slide 15 - Quiz

Hoeveel jaar geleden verschenen de eerste primitieven mensachtige?
A
3 miljoen jaar
B
150 miljoen jaar
C
60 miljoen jaar
D
6 miljoen jaar

Slide 16 - Quiz

Het tijdperk
Mesosoïcum begon
A
251 miljard jaar geleden
B
251 miljoen jaar geleden
C
65 miljard jaar geleden
D
65 miljoen jaar geleden

Slide 17 - Quiz

Tijdschaal: Sleep op volgorde
eerste 
dieren
eerste 
landdieren
heel eenvoudige vorm van leven
eerste 
mensachtige
eerste 
eencellige
planten
eerste 
bacteriën
eerste 
landplanten

Slide 18 - Drag question

De evolutietheorie gaat ervan uit dat:
1. Door mutatie steeds nieuwe ......................... ontstaan. 
2. Als een organisme zich kan aanpassen aan zijn omgeving heeft hij een grotere ............................. Dit verschijnsel noemen we .........................
3. Dat door ......................... een zelfde soort steeds meer kan verschillen van elkaar, omdat ze in een andere omgeving leven. Hierdoor kunnen er uiteindelijk nieuwe ......................... ontstaan. Deze verschillende soorten kunnen zich uiteindelijk niet meer .......................... samen.

soorten
overlevingskans
natuurlijke selectie
isolatie
genotypen
voortplanten

Slide 19 - Drag question

Van huisjesslakken zullen meer fossielen gevonden worden dan van naaktslakken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz