- Ik kan nu de verschillen noemen tussen een suspensie, en oplossing en een emulsie
- Ik kan nu de scheidingsmethoden filtreren, indampen, bezinken en afschenken beschrijven
- Ik kan aangeven wat het filtraat en het residu is
- Ik kan de juiste scheidingsmethode kiezen bij een gegeven mengsel
- Ik kan een mengsel scheiden door middel van indampen