This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 5 min
Items in this lesson
Herhaling nominativi / accusativi
Slide 1 - Slide
χωρας
χωραν
χωραι
δουλος
μαχαι
δουλον
δουλους
μαχη
μαχην
χωρα
ΝΟΜΙΝΑΤΙVUS
ACCUSATIVUS
Slide 2 - Drag question
De nominativus is het.... in de zin (2x)
Slide 3 - Open question
De accusativus is het.... in de zin
Slide 4 - Open question
Het lidwoord
Slide 5 - Slide
De, het, een
Het Grieks kent lidwoorden, net als in het nederlands. Deze lidwoorden geven aan in welke naam het zelfstandig naamwoord staat en komt dus voor bij alle 4 de naamvallen in het enkelvoud en het meervoud.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Hey ! nog een rijtje: het onzijdig
enkelvoud
το θηριον (het dier)
nom
το θηριον
gen
του θηριου
dat
τῷ θηριῷ
ac
το θηριον
meervoud
το θηριον (het dier)
nom
τα θηρια
gen
των θηριων
dat
τοις θηριοις
ac
τα θηρια
Slide 8 - Slide
Wat is de uitgang van de nominativus én accusativus van het onzijdig?
A
enkelvoud op -ον en meervoud -α
B
enkelvoud -α en meervoud -ον
C
enkelvoud -υμ en meervoud -α
D
enkelvoud -ος en meervoud -α
Slide 9 - Quiz
Opletten dus:
een woord op -α kan ook onzijdig meervoud nom of acc zijn!