Les 3, periode 6

• Trainingskunde
• MBO
• Studiejaar 2

Trainingskunde

Periode 2, leerjaar 2

VANDAAG

• Lesdoelen
  
• Activeren voorkennis
• Herhaling les 2
• STOF: Spieren + vervolg nomenclatuur
• Afronding

LESDOELEN

Aan het einde van de les:

• ... 

BESPREKEN

Invullen maar!

• Als klas ervoor zorgen dat deze klopt.
• Vul aan in jouw word-document

1 Schedel Cranium

2 bovenkaak os maxillaris

3 onderkaak os mandibula

4 halswervel vertebrae cervicales

5 sleutelbeen os clavicula

6 schouderblad os scapula

7 borstbeen os sternum

8 ribben os costae

9 opperarmbeen os humerus

10 borstwervel vertebrae thoricicae

11 lendenwervel vertebrae lumbales

12 heupbeen os coxae

13 spaakbeen os radius

14 heiligbeen os sacrum

15 staartbeen os coccyx

16 ellepijp os ulna

17 handwortelbeentjes ossa carpalia

18 middenhandsbeentjes ossa metacarpalia

19 vingerkootjes ossa digitorum manus

20 dijbeen os femur

21 knieschijf os patella

22 kuitbeen os fibula

23 scheenbeen os tibia

24 hielbeen os calcaneus

25 voetwortelbeentjes ossa tarsalia

26 middenvoetsbeentjes ossa metatarsalia

27 teenkootjes ossa digitorum pedis

Wanneer we een 'triceps extensie' doen is de m. triceps brachii de ...

1. Agonist
2. Synergist
3. Antagonist
4. Massagist

De m. deltoideus kan bewegen rondom de volgende assen.

1. Transversale as
2. Longitudinale as
3. Sagittale as

De neergaande fase van de squat is een voorbeeld van een concentrische contractie

Juist

Onjuist

Excentrisch = tegen de zwaartekracht in.

Het naar voren bewegen van de gehele arm gezien vanuit de anatomische houding komt door de volgende spieren:

Type IIx spiervezels komen voornamelijk voor bij welk type sporter?

1. 100m Sprinter
2. Schoonspringer
3. Hordeloper
4. Basketballer

Welke drie verschillende spierweefsel kent ons lichaam?

PLAATSAANDUIDINGEN IN ONS LICHAAM

Ons lichaam kent verschillende plaatsaanduidingen, zoals:

• boven, onder
• links, rechts
• dichtbij van het centra, ver weg van centra
• voor- en achterkant

PLAATSAANDUIDINGEN IN ONS LICHAAM

.. De kunst is om deze in het Latijn te leren kennen. Waarom? Omdat het de anatomie van de spieren vergemakkelijkt!

Ventraal                  

Dorsaal

Anterior

Posterior

Craniaal

Caudaal

Superior

Inferior

Mediaal

Lateraal

Radiaal

Ulnair

Fibulair

Tibiaal

Proximaal

Distaal

Voorzijde

Achterzijde

Voor

Achter

Bovenzijde

Onderzijde

Boven

Onder

Naar het centrum toe

Van het centrum af

Aan de zijde van de radius

Aan de zijde van de ulna

Aan de zijde van de fibula

Aan de zijde van de tibia

Richting aanhechtingspunt

Van aanhechtingspunt af

... EN OEFENEN VAN SPIEREN!

Zoek van de volgende spieren de volgende items op:

• De Nederlandse naam
• Rondom welke assen de spieren kunnen bewegen
• Welke bewegingen de spieren kunnen maken in de betreffende assen
• Verwerk in een tabel

DE SPIEREN

M. Gluteus (3)

MM. Hamstrings (3)

MM. Quadriceps femoris (4 - MILF)

M. Triceps surae (2)

M. Erector Spinae

M. Rectus abdominus

M. Adductor Magnus

COMBINEREN MAAR

Bedenk voor de volgende twee activiteiten welke gewrichten, botten en spieren je gebruikt tijdens de volgende beweging:

• Het rondduwen van een pedaal tijdens het fietsen
• Het maken van een push-up
• Verwerk in een tabel!

VOLGENDE WEEK?

• Herhaling Les 3.
• Nabespreken van de opdrachten: spieren & combineren maar
• Voortborduren op periode les 1 - deel 3
• Bepalen bewegingen van de geleerde spieren
• Vervolg spieren