Hst 12.1 Pulsar Constructies en krachten

12.1 
Constructies en krachten
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

12.1 
Constructies en krachten

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • je leert waar constructies uit bestaan 
  • je leert welke constructies steviger zijn dan andere 
  • je leert het verschil tussen druk- en trekkrachten 
  • je leert wanneer en sprake is van drukkracht of trekkracht 
  • je leert waarmee krachten overgebracht kunnen worden 
  • je leert wat het zwaartepunt is en waar zich dit bevindt

Slide 2 - Slide

NASK1/V/2 Constructies
De kandidaat kan :
1          in constructies optredende krachten onderscheiden, hierbij aangeven              welke
krachten op welk voorwerp worden uitgeoefend en de    
            nettokracht op een voorwerp aangeven of berekenen 
2         een kracht weergeven als een vector en hiermee krachten 
            samenstellen en
ontbinden in constructies 
3         de ligging van het massamiddelpunt bij een homogene balk en staaf 
            bepalen en
weten dat in dat punt de resultante van de zwaartekracht                  aangrijpt 

Slide 3 - Slide

4           berekeningen maken en redeneringen uitvoeren waarbij natuurkundige 
              begrippen
en formules worden toegepast in constructies: 

Slide 4 - Slide

5     uit bronnen over constructies, gegevens      
        verzamelen en verwerken:

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

0

Slide 7 - Video

Doorbuigen
Als een plank of een brug doorbuigt:
  • de ene kant wordt ingeduwd: duwkrachten
  • de andere kant wordt opgerekt: trekkrachten

Slide 8 - Slide

Waarom bouwen met gewapend beton?

Slide 9 - Slide

Materiaal en eigenschappen
  • Hout: kan goed trek- en drukkrachten opvangen
  • Steen: kan goed drukkrachten opvangen, maar heel slecht trekkrachten
  • Beton (mengsel van zand, grind, cement en water): kan goed drukkrachten opvangen
  • IJzer: kan goed trekkrachten opvangen
gewapend beton
Een combinatie van materialen

Slide 10 - Slide

    Zwaartepunt


  • Het zwaartepunt van een objectvoorwerp is het punt ten opzichte waarvan de massa van dat object in evenwicht is

  • Het zwaartepunt van een voorwerp is het punt waar de zwaartekracht op dat voorwerp aangrijpt.

Slide 11 - Slide

Het zwaartepunt van een plat voorwerp bepalen
  1. Steek de spijker op een willekeurige plek (langs de rand) in het karton.
  2. Hang aan de spijker een draadje met daaronder een gewichtje.
  3. Teken langs de draad een lijn. Dit is een zwaartelijn.
  4. Herhaal dit op een andere plek van het karton.
  5. Het snijpunt van de zwaartelijnen is het zwaartepunt.

Slide 12 - Slide

Constructie
Een constructie moet:
  • stevig zijn
  • sterk zijn
  • stabiel zijn

Slide 13 - Slide

Stevigheid
  • door driehoeken

Slide 14 - Slide

Stevigheid
  • door bogen

Slide 15 - Slide

Stevigheid
  • door profielen
     (licht en sterk)

Slide 16 - Slide

Stevigheid
  • door ribbels en randen
       (blik)

Slide 17 - Slide

Deze constructie is stevig door:
A
driehoeken
B
bogen
C
profielen
D
ribbels

Slide 18 - Quiz

Deze constructie is stevig door:
A
driehoeken
B
bogen
C
profielen
D
ribbels

Slide 19 - Quiz

Deze constructie is stevig door:
A
driehoeken
B
bogen
C
profielen
D
ribbels

Slide 20 - Quiz

Deze constructie is stevig door:
A
driehoeken
B
bogen
C
profielen
D
ribbels

Slide 21 - Quiz

Lesdoelen gehaald?
  • je weet waar constructies uit bestaan
  • je weet welke constructies steviger zijn dan andere
  • je kent het verschil tussen druk- en trekkrachten
  • je weet wanneer en sprake is van drukkracht of trekkracht
  • je weet hoe krachten overgebracht kunnen worden
  • je weet wat het zwaartepunt is en waar zich dit bevindt

Slide 22 - Slide