bijvoegelijk naamwoord

bijvoeglijk naamwoord/ l'adverte
10-01-2022
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

bijvoeglijk naamwoord/ l'adverte
10-01-2022

Slide 1 - Slide

leerdoelen
1. je weet wat het bijvoeglijk naamwoord is
2. je weet hoe je het bijvoeglijk naamwoord vervoegd

Slide 2 - Slide

vertaal: de kat

Slide 3 - Open question

vertaal: de woonkamer

Slide 4 - Open question

vertaal: wachten

Slide 5 - Open question

vertaal: de keuken

Slide 6 - Open question

doorbrengen
het ijsje
de tuin
na
naast
lachen
passer
la glace
le jardin
après
à côte de
rigoler

Slide 7 - Drag question

nederlands - frans
vertaal: waar woon jij

Slide 8 - Open question

nederlands - frans
vertaal: heb jij een dier?

Slide 9 - Open question

frans - nederlands
vertaal: Tu habites dans une maison

Slide 10 - Open question

frans - nederlands
Tu es souvent dans ta chambre

Slide 11 - Open question

nederlands - frans
vertaal: wij vinden het leuk om te sporten

Slide 12 - Open question

bijvoeglijk naamwoord
- in het frans past het bijvoeglijk naamwoord zich aan aan het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort




enkelvoud
meervoud
mannelijk
-
+s
vrouwelijk
+e
+es

Slide 13 - Slide

bijvoeglijk naamwoord
- in het frans staat het bijvoeglijk naamwoord meestal na het zelfstandig naamwoord
- er zijn een paar uitzonderingen 

bon
goed
beau
mooi
grand
groot
nouveau
nieuw
petit
klein
vieux
oud

Slide 14 - Slide

bij vrouwelijk meervoud komt er s achter
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

bij mannelijk enkelvoud komt er een e bij
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

vervoeg het bijvoeglijk naamwoord: petit
Oui, j'ai une ...... soeur.
A
petit
B
petits
C
petite
D
petites

Slide 17 - Quiz

vervoeg het bijvoeglijk naamwoord: noir
un chien .....
A
noir
B
noirs
C
noires
D
noire

Slide 18 - Quiz

vervoeg het bijvoeglijk naamwoord:
rouge
le vêtement ......
A
rouges
B
rougees
C
rouge
D
roug

Slide 19 - Quiz

vervoeg het bijvoeglijk naamwoord:
grand
j'ai une ...... chambre
A
grand
B
grande
C
grandes
D
grands

Slide 20 - Quiz

vervoeg het in vrouwelijk meervoud
nouveau

Slide 21 - Open question

vervoeg het in mannelijk meervoud
vieux

Slide 22 - Open question

vervoeg het in vrouwelijk enkelvoud
gris

Slide 23 - Open question

vervoeg het bijvoeglijke naamwoord
vieux
mon poisson est très ......

Slide 24 - Open question