Titreren

Titreren
1 / 29
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Titreren

Slide 1 - Slide

Titreren
Manier om de hoeveelheid zuur of base in een oplossing te bepalen.
Dat doe je door 2 proeven te doen:
1:  met een oplossing waarvan je de hoeveelheid zuur weet,
2: met een oplossing die je wilt onderzoeken

Slide 2 - Slide

Neutraliseren
Een zure oplossing kun je neutraal maken door er een basische stof aan toe te voegen tot de pH 7 wordt. 

Dat punt noem je het omslagpunt.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Omslagpunt door titratie
Het omslagpunt kun je zichtbaar maken. Je doet dit door een indicator voor een basische stof aan een zuur toe te voegen. 

Je ziet dus eerst niets aan de stof. Maar op het punt dat de zure stof in een base gaat veranderen , geeft de indicator een kleur verandering. 

Slide 5 - Slide

Titreren
Je ziet dus dat je bij titreren nauwkeurig de begin en de eindstand van de base af moet lezen. Je moet natuurlijk weten hoeveel base je bij het zuur hebt gevoegd. 

Als je de eindstand van de beginstand aftrekt heb je de hoeveelheid base die je hebt gebruikt. Hiermee kun je de concentratie uitrekenen. 

Slide 6 - Slide

Concentratie berekenen
Kruislings vermenigvuldigen




De verhouding van 1 mL natronloog = 55 mg azijnzuur is gegeven. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Titreren
1: afmeten van een aantal mL  zuur van bekende sterkte
2: indicator toevoegen
3: x mL base toevoegen tot het omslagpunt van de indicator
4: afmeten van hetzelfde aantal mL zuur van onbekende sterkte
5: x mL base toevoegen tot het omslagpunt van de indicator
6: uitkomsten in een verhoudingstabel zetten 
7: rekenen
gegeven = .......

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Wat kun je bepalen met titratie?

Slide 23 - Open question

Als ik de concentratie van Azijnzuur wil bepalen, wat voor stof zit er in de buret?
A
Azijnzuur in oplossing
B
Indicator
C
Basische oplossing

Slide 24 - Quiz

Wanneer ben je klaar met titreren?

Slide 25 - Open question

Voorbeeld 1
Azijn bevat azijnzuur. Dit kun je neutraliseren door er natronloog aan toe te voegen. 

Gegeven: 1 mL natronloog = 58 mg azijnzuur. 
Gevraagd: Hoeveel azijnzuur bevat de oplossing als je 18 mL natronloog nodig hebt om hem te neutraliseren. 



Natronloog is een basische oplossing die je kunt maken door vloeibare gootsteenontstopper op te lossen. 

Slide 26 - Slide

Uitwerken
Gegeven: 1 mL natronloog = 58 mg azijnzuur. 
Gevraagd: Hoeveel azijnzuur bevat de oplossing als je 18 mL natronloog nodig hebt om hem te neutraliseren. 

Uitwerking
18,6 x 58 = 1078,8 mg

Antwoord: 1079 mg azijnzuur

Slide 27 - Slide

Voorbeeld vraag:
In de warenwet staat dat keukenazijn minimaal 4 gram azijnzuur per 100 mL moet bevatten. Dit kun je m.b.v. een titratie controleren

Eerst wordt er 25 mL keukenazijn afgemeten en in een erlenmeyer gedaan. Daaraan is 2 druppels fenolftaleïne toegevoegd.
 Na toevoeging van 19,4 mL natronloog slaat de kleur van de indicator om. 

Gegeven: 1 mL natronloog komt overeen met 55 mg azijnzuur
Vraag: voldoet deze keukenazijn aan de eis van de warenwet?

Slide 28 - Slide

Voorbeeld vraag:
Aan een fles huishoudammonia is per ongeluk water toegevoegd. Rick en Costa krijgen de opdracht om van deze verdunde huishoudammonia de ammoniakconcentratie bepalen.
Ze meten 10 mL verdunde huishoudammonia af en doen dit in een erlenmeyer. Ze voegen indicator toe en zoutzuur totdat de kleur van de indicator omslaat. Ze hebben 9.6 mL zoutzuur toegevoegd.
Gegeven: 1 mL zoutzuur komt overeen met 24 mg ammoniak
Vraag: Wat is de concentratie ammoniak (g/L) van de verdunde huishoudammonia?

Slide 29 - Slide