hst 2 paragraaf 5 "zure stoffen en basische stoffen bij elkaar"

hst 2.5 "zure stoffen en basische stoffen bij elkaar"
1 / 12
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

hst 2.5 "zure stoffen en basische stoffen bij elkaar"

Slide 1 - Slide

leerdoelen

2.5.1 Je kunt uitleggen dat neutraliseren en ontkalken zuur-basereacties zijn.
2.5.2 Je kunt van een gegeven zuur-basereactie het reactieschema geven.
2.5.3 Je kunt een indicator gebruiken om met een kleuromslag het eindpunt van een neutralisatiereactie zichtbaar te maken.
2.5.4 Je kunt uit het resultaat van een titratie de concentratie van een zure of basische oplossing berekenen.

Slide 2 - Slide

Neutraliseren
Een zure oplossing kun je neutraal maken door er een basische stof aan toe te voegen tot de pH 7 wordt. 

Dat punt noem je het omslagpunt.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Omslagpunt door titratie
Het omslagpunt kun je zichtbaar maken. Je doet dit door een indicator voor een basische stof aan een zuur toe te voegen. 

Je ziet dus eerst niets aan de stof. Maar op het punt dat de zure stof in een base gaat veranderen , geeft de indicator een kleur verandering. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Titreren
Je ziet dus dat je bij titreren nauwkeurig de begin en de eindstand van de base af moet lezen. Je moet natuurlijk weten hoeveel base je bij het zuur hebt gevoegd. 

Als je de eindstand van de beginstand aftrekt heb je de hoeveelheid base die je hebt gebruikt. Hiermee kun je de concentratie uitrekenen. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Concentratie berekenen
Kruislings vermenigvuldigen




De verhouding van 1 mL natronloog = 55 mg azijnzuur is gegeven. 

Slide 9 - Slide

Voorbeeld 1
Azijn bevat azijnzuur. Dit kun je neutraliseren door er natronloog aan toe te voegen. 

Gegeven: 1 mL natronloog = 58 mg azijnzuur. 
Gevraagd: Hoeveel azijnzuur bevat de oplossing als je 18 mL natronloog nodig hebt om hem te neutraliseren. 



Natronloog is een basische oplossing die je kunt maken door vloeibare gootsteenontstopper op te lossen. 

Slide 10 - Slide

Uitwerken
Gegeven: 1 mL natronloog = 58 mg azijnzuur. 
Gevraagd: Hoeveel azijnzuur bevat de oplossing als je 18 mL natronloog nodig hebt om hem te neutraliseren. 

Uitwerking
18,6 x 58 = 1078,8 mg

Antwoord: 1079 mg azijnzuur

Slide 11 - Slide

Aan de slag
Lees 2.5 en maak de opdrachten 

Let op: alle opdrachten  moeten serieus gemaakt zijn. Anders kun terug komen in je eigen tijd.

Slide 12 - Slide