les 38

Les 38 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Les 38 

Slide 1 - Slide

Online toets 17-02-2021
avoir (blz 138 ptrésent,  p.c en imparfaitTB)
être (blz 139, présent, p.c en imparfait TB
aller (blz 138 présent, p.c en imparfait TB)
Regelmatige werkwoorden -er, -ir en -re 
(p. 16, 131-132 présent, p. 133-135 p.c, p. 135-136 imparfait  TB)

Slide 2 - Slide

Le programme
Presentie
Le futur simple                                         (15 min)
 - Hoe praat jij over de toekomst?
- Hoe maak je de futur simple?
Herhalen: Futur proche                           (5 min)
Oefenen                                                      ( 5 min)
Au travail!                                                   (20 min)
Devoirs                                                         (2 min)

Slide 3 - Slide

Presentie

Slide 4 - Slide

Praten over de toekomst
Hoe vertel jij over jouw verre toekomst plannen?

Slide 5 - Slide

Praten over de toekomst
Over 2 jaar zal ik met mijn nieuwe studie beginnen.

In havo 4 zal ik het profiel EM volgen.

etc. 

Slide 6 - Slide

Le futur simple
In het Frans gebruik je hiervoor de futur simple. 

Kijk eens mee naar de volgende zinnen. Wat valt je op aan de Franse werkwoorden als je kijkt naar de Nederlandse vertaling?

- J'ai choisi 
   Ik heb gekozen 

- Je choisirai 
   Ik zal kiezen
- Vous avez regardé
   Jullie hebben gekeken

- Vous regarderez
  Jullie zullen kijken.

Slide 7 - Slide

Le futur simple

Het woordje zal/zullen vertaal je dus NIET apart. Deze zit al in de uitgang verwerkt. 

Slide 8 - Slide

Hoe maak je de futur simple
- Hele werkwoord + volgende uitgangen:

  je choisirai
  tu choisiras
  il/elle/on choisira
  nous choisirons
  vous choisirez
  ils/elles choisiront
Let op!
bij de werkwoorden op -re (vendre, prendre), vervalt de 
-e. 
je vendrai, on prendra

Slide 9 - Slide

Futur simple


Kijk op blz 38 van je tekstboek.
Leer de onregelmatige stam van de werkwoorden. 

Slide 10 - Slide

Welke tijd gebruik je als je over verre toekomst plannen gaat praten?
A
futur proche
B
futur simple

Slide 11 - Quiz

Welke vorm vul je in?

Ce week-end tu ............
A
chanteras
B
vas chanter

Slide 12 - Quiz

Welke vorm vul je in?

Dans 3 ans nous ........
A
allons voyager
B
voyagerons

Slide 13 - Quiz

maak de futur simple van:

chanter (elle)

Slide 14 - Open question

Maak de futur simple van:

finir (elles)

Slide 15 - Open question

Maak de futur simple van:

vendre (nous)

Slide 16 - Open question

Au travail!
Faire ex. 13c, d en e en ex. 14a en b

Klaar: nakijken ex. 1, 2 en 4
13.40 uur weer terug


Slide 17 - Slide

Devoirs
Apprendre futur simple
Faire ex. 13 et 14

Slide 18 - Slide