Spelling H3 - Schrijfwijze getallen

Spelling
Hoofdstuk 3
Schrijfwijze getallen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spelling
Hoofdstuk 3
Schrijfwijze getallen

Slide 1 - Slide

Wat is de juiste schrijfwijze?

Julia koopt ......... tijdschriften per week.
A
zes
B
6

Slide 2 - Quiz

Is dit getal juist of onjuist uitgeschreven?

Ik heb 628 euro op mijn rekening staan
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

Is dit getal juist of onjuist uitgeschreven?

De batterij van mijn telefoon is vijfendertig procent.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz

Is dit getal juist of onjuist uitgeschreven?

Beyonce heeft 36 miljoen euro gedoneerd bij dat gala.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz


Otto speelde met .......... vrienden een potje Fortnite.
A
21
B
een en twintig
C
éénentwintig
D
eenentwintig

Slide 6 - Quiz



De minister wilde ......... miljoen bezuinigen.
A
6-tig
B
zestig
C
60

Slide 7 - Quiz


De staatsgreep vond plaats op ..........
A
vijftien mei negentieneenenzestig
B
15-5-1961
C
15 mei negentieneenenzestig
D
15 mei 1961

Slide 8 - Quiz


Om ...................... had ik een afspraak
A
2 uur
B
14:00 uur
C
twee uur
D
veertien uur

Slide 9 - Quiz

Hoewel ik om 14:00 uur een afspraak had, moest ik .............. wachten op de orthodontist.
A
2 uur
B
14:00 uur
C
twee uur

Slide 10 - Quiz

Wat vind je nog lastig aan de schrijfwijze van getallen?

Slide 11 - Open question

Herhaling theorie klas 2

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Opdr. 4 Spelling H3 maken
- Blz. 121
- Vul de antwoorden in in LessonUp (slide 23)
- 5 min

Slide 16 - Slide

Vul hier de antwoorden van opdr. 4 (blz. 121) in (1 t/m 20).

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Opdr. 5 Spelling H3 maken
- Blz. 121
- Vul de antwoorden in in LessonUp (slide 28)
- Huiswerk
- Volgende les klassikaal bespreken

Slide 21 - Slide

Vul hier je antwoorden op vraag 5 (blz. 121) in (1 t/m 20).

Slide 22 - Open question

Reflectie. Wat heb je geleerd? Kun je de docent een tip en een top geven.

Slide 23 - Open question