M2, herhaling

1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide


Startklaar: 
Telefoon in Zakkie, in je tas
Laptop en boekfragment op tafel

Slide 2 - Slide

Agenda (jmtov)
  • Voorbeelden weerlegging
  • Ik lees het laatste deel van het fragment voor
  • Werken aan de boekopdracht + tijd voor feedback
  • Taak NUMO (= oefenen PTO)
timer
15:00
timer
12:00

Slide 3 - Slide

Voorbeelden weerlegging
Standpunt:
"Scholen zouden geen huiswerk moeten geven aan leerlingen."
(Voor)argument:
Geen huiswerk zorgt ervoor dat leerlingen meer vrije tijd hebben om te ontspannen en hobby's te ontwikkelen, wat goed is voor hun welzijn en helpt bij het voorkomen van stress.
Tegenargument:
Huiswerk is belangrijk omdat het leerlingen helpt om te oefenen wat ze in de les hebben geleerd en zo beter voorbereid te zijn op toetsen en examens.
Weerlegging:
Hoewel huiswerk kan helpen bij het oefenen, kan te veel huiswerk juist leiden tot stress en vermoeidheid, waardoor leerlingen minder goed presteren. Bovendien kunnen leerlingen ook in de klas en tijdens studietijd op school oefenen. Door minder huiswerk te geven, kunnen leerlingen een betere balans vinden tussen school en vrije tijd, wat uiteindelijk ook hun prestaties op school ten goede kan komen.

Slide 4 - Slide

Voorbeelden weerlegging
Standpunt:
"Het is beter om elektrische auto's te gebruiken dan auto's die benzine of diesel gebruiken."
(Voor)Argument:
Elektrische auto's zijn beter voor het milieu omdat ze geen uitlaatgassen hebben die de lucht vervuilen en bijdragen aan klimaatverandering.
Tegenargument:
Het maken van de batterijen voor elektrische auto's vervuilt juist veel, omdat er zeldzame metalen voor nodig zijn en het maken veel energie kost.
Weerlegging:
Hoewel het maken van batterijen voor elektrische auto's nu nog vervuilend is, veroorzaken elektrische auto's tijdens hun hele levensduur veel minder vervuiling dan benzine- of dieselauto's. Bovendien wordt de productie van batterijen steeds schoner en efficiënter. Daarom zijn elektrische auto's op de lange termijn toch beter voor het milieu.

Slide 5 - Slide

Boekopdracht
Deadline: 17-06-2024 14.30 uur
Via Magister ELO



Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide


Startklaar: 
Telefoon in Zakkie, in je tas
Laptop op tafel

Slide 8 - Slide

Agenda (jmtov)
  • Vragen?
  • Herhaling

Slide 9 - Slide

Wat is het voegwoord?

Wil je een appel of een peer?
A
een
B
wil
C
of
D
je

Slide 10 - Quiz

Wat is het voegwoord?
Ik kon je niet appen, want mijn batterij was leeg.
A
appen
B
want

Slide 11 - Quiz

Wat is het voegwoord?
Hoewel ik ziek was, ben ik toch naar buiten gegaan
A
Hoewel
B
was
C
ben
D
gegaan

Slide 12 - Quiz

Wat is het voegwoord?

Als ik daarheen ga, ga je dan mee?
A
Als
B
ga
C
ga
D
mee

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide


Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden?
A
zonnige
B
dag
C
zonnige , leren
D
leren

Slide 15 - Quiz

Schrijf het bijvoeglijk naamwoord op de juiste manier.
A
De vergrote trap
B
De vergrootte trap

Slide 16 - Quiz

Schrijf het bijvoeglijk naamwoord op de juiste manier
A
Het ijzeren hek
B
Het ijzere hek

Slide 17 - Quiz

Welk bijvoeglijk naamwoord is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
De lelijke kast
B
De metalen kast
C
De grijze kast
D
De oude kast

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide


'Ik vind Hans geen aardige jongen, want ik mag hem niet zo'.
A
te snelle conclusie
B
cirkelredenering

Slide 20 - Quiz

Morgen zullen we in heel Nederland wel kunnen schaatsen, want ik stond hier vandaag al op het ijs.
A
te snelle conclusie
B
cirkelredenering

Slide 21 - Quiz

Ik ben vorige week met de trein gegaan en ik had flinke vertraging. Reizen met de trein kost dus veel tijd.
Dit is een:
A
B
C
Cirkelredenering
D
Te snelle conclusie

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Wat is een tegenargument?
A
Een argument dat een standpunt onderuithaalt.
B
Een argument dat een ander argument onderuithaalt.

Slide 24 - Quiz

Wat is een weerlegging?
A
Een argument dat een standpunt onderuithaalt.
B
Een argument dat een ander argument onderuithaalt.

Slide 25 - Quiz

Betoog

A
tekst om iemand te amuseren
B
tekst om iemand over te halen
C
tekst om iemand te instrueren
D
tekst om iemand te overtuigen

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Hulp?
KERN
Docent

 



Succes!
Opdracht 
Kies uit:
1) NUMO taak 'oefenen PTO 4'
2) Werk aan je boekopdracht

Slide 28 - Slide