Past Simple

Welcome!
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1-4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welcome!

Slide 1 - Slide

Past Simple

Leerdoelen:
Aan het einde van de les kun je:
  • de Past Simple herkennen
  • de Past Simple toepassen
  • Ken je een aantal woorden van Unit 2

Slide 2 - Slide

Past Simple
Gebruik je: als iets in het verleden is gebeurd en is afgelopen / als iets op een specifiek moment in het verleden was.

Herkenningswoorden: 
Vaak een duidelijke tijdsbepaling in het verleden:
yesterday, ... days ago, last year, in (jaartal), 

Slide 3 - Slide

Past Simple: regelmatig
I / you / he / she/ it / we / they
+
werkwoord + ed
+
werkwoord eindigend op -e + d

voorbeeld: 
I walked, he played, they used, we smiled

Slide 4 - Slide

Past Simple:

Wat geef je aan met de past simple?
A
Iets dat altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Iets dat NU aan de gang is.
C
Iets dat is gebeurd in het verleden.
D
Iets dat begon in het verleden en nu nog steeds bezig is.

Slide 5 - Quiz

Past Simple:

Wat is de regel van de Past Simple?
A
hele werkwoord + -ed
B
hele werkwoord + -s
C
vorm van to be + hele ww+ -ing
D
have/has + voltooid deelwoord

Slide 6 - Quiz

De Past Simple gebruik je...
A
bij iets in de toekomst
B
bij iets in het heden
C
bij iets uit het verleden
D
bij iets in het verleden en heden

Slide 7 - Quiz

Past Simple:
Welke zin staat in de Past Simple?
A
She was living in the city.
B
She lived in the city.
C
She has lived in the city.
D
She has been living in the city.

Slide 8 - Quiz

Past Simple:
Welke zin staat in de Past Simple?
A
I have lived in Purmerend for 13 years.
B
I was living in Purmerend.
C
I lived in Purmerend in 2010
D
I am living in Purmerend.

Slide 9 - Quiz

Past Simple:
Wat zijn de signaalwoorden van de Past Simple?
A
Tomorrow, next week, in 2025,
B
Last month, yesterday, a month ago, in 2012
C
Today, now,
D
again, always, constantly

Slide 10 - Quiz

Past Simple:
Welke zin staat in de Past Simple?
A
I always walk to school.
B
I am reading a book now.
C
I organised a party past week.
D
Will you come to my party tomorrow?

Slide 11 - Quiz

Past Simple:
Welke zin staat in de Past Simple?
A
I have lived in Utrecht for 13 years.
B
I was living in Utrecht.
C
I lived in Utrecht in 2010
D
I am living in Utrecht.

Slide 12 - Quiz

Past Simple:
Welke zin staat in de Past Simple?
A
I was hearing my mother.
B
I have heard my mother.
C
I heard my mother.
D
I hear my mother.

Slide 13 - Quiz

Past Simple:
Welke zin staat in de Past Simple?
A
She studied a lot last night.
B
She was studying a lot last night.
C
She has studied a lot last night.
D
She is studying a lot last night.

Slide 14 - Quiz

My dad ... (to cook) yesterday.

Slide 15 - Open question

I ... (like) chocolate when I was young.

Slide 16 - Open question

The girl ... (ask) a question in class yesterday.

Slide 17 - Open question

We ... (climb) a mountain last summer.

Slide 18 - Open question

Maak een zin waarin je de Past Simple gebruikt

Slide 19 - Open question

Practice!
Wat: Je gaat de worksheet maken
Hoe: In stilte en zelfstandig
Hulp: De docent
Tijd: 10-15 minuten
Uitkomst: Past simple geoefend
Klaar: Doe even iets voor jezelf

Slide 20 - Slide

Woordenschat

Slide 21 - Slide

Wat betekent: To accuse
'Many people accuse him of stealing'

Slide 22 - Open question

Wat betekent: Breaking news
'The Queen's death was breaking news'

Slide 23 - Open question

Wat betekent: To compare
'Do not compare yourself to others'

Slide 24 - Open question

Wat betekent: homeless
'After he lost his job, he became homeless'

Slide 25 - Open question

Wat betekent: law
'It is against the law to rob someone'

Slide 26 - Open question

Wat betekent: viewer
'She is a viewer on his Tiktok lives'

Slide 27 - Open question

Well done!

See you tomorrow!

Slide 28 - Slide