Woordenschat H1 les 2

Vandaag...


- Lezen (10 min.)
- Bespreken opdracht 2 en extra opdracht
- Uitdrukkingen
- M. opdracht 3 en 4, blz. 22 en 23

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-5

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vandaag...


- Lezen (10 min.)
- Bespreken opdracht 2 en extra opdracht
- Uitdrukkingen
- M. opdracht 3 en 4, blz. 22 en 23

Slide 1 - Slide

Lezen (10 min.)
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Nakijken





Opdracht 2
1 guerrilla g – ongeregelde strijd tegen indringers of tegen het staatsgezag
2 wendbare snel te draaien; draaibare – woorddelen
3 arsenaal h – opslagplaats van wapens; (fig.) alle middelen waarover je kunt beschikken
4 munitie lading waarmee men kan schieten; kogels – afbeelding
5 losgeld bedrag dat je betaalt om iemand vrij te kopen –
omschrijving
6 reders eigenaars en exploitanten van schepen – synoniem
7 wapenfeiten krijgshandelingen; heldendaden – synoniemen
8 ontzag b – achting; eerbied; respect
9 perspectief invalshoek; punt van waaruit je iets bekijkt – omschrijving
10 afhandig maakte roofde; pikte in – synoniem
11 onafhankelijkheidsstrijd gevechten die een bevolking voert om onafhankelijk en vrij te zijn – woorddelen
12 ondermijnen j – verzwakken; aantasten

Slide 3 - Slide

Nakijken





Opdracht 2 (vervolg)
13 strategie i – strijdplan; groots opgezet plan voor het voeren van een oorlog
14 onderscheppen f – onderweg tegenhouden, zodat de bestemming niet bereikt wordt
15 eskader d – groep oorlogsschepen of -vliegtuigen16 slagkracht vermogen om toe te slaan, bijvoorbeeld in een gevecht –woorddelen
17 muiterij oproer; opstand – synoniem
18 expansie c – groei; uitbreiding, vaak van grondgebied of invloedssfeer
19 offensief a – aanvallend (Let op: in de eerste druk staat per abuis aanvallende)
20 vrijbuiter piraat of zeerover die kaapt voor eigen gewin – omschrijving, definitie
21 subtiele fijnzinnige; verfijnde – synoniem
22 enteren e – het eigen schip vastmaken aan een ander schip en er aan boord klimmen om het te veroveren
23 mariniers soldaten bij de marine – afbeelding
24 defensief verdedigend – synoniem
25 escalatie sterke toename; verergering; het heftiger worden (van ruzies, conflicten) – tegenstelling

Slide 4 - Slide

Extra opdracht



Bespreken extra opdracht

Ik lees enkele teksten voor. Aan jullie de taak om de moeilijke 10 woorden eruit te halen en noteer of ze correct zijn gebruikt.

Na elke tekst wijs ik iemand aan die de woorden opnoemt en of ze goed zijn gebruikt.

Slide 5 - Slide

Uitleg


Wat zijn uitdrukkingen?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Maken




Opdracht 3 en 4, blz. 22 en 23

Slide 8 - Slide

Evaluatieopdracht: 
Kies minimaal één van de onderstaande opdrachten.

- Schrijf één nieuw ding op dat je geleerd hebt. 

- Schrijf één ding op waar je beter in geworden bent.

- Schrijf één ding op waarbij je een ander hebt geholpen

timer
2:00

Slide 9 - Slide

Evaluatieopdracht: Kies minimaal één van onderstaande opdrachten:
- Schrijf een nieuw ding op dat je geleerd hebt.
- Schrijf een ding op waar je beter in bent geworden.
- Schrijf een ding op waarbij je een ander hebt geholpen.
timer
2:00

Slide 10 - Open question

Huiswerk
Maak opdracht 3 en 4, blz. 22 en 23



Slide 11 - Slide