2MH Spelling herhaling trappen vergelijking en verkleinwoorden

Goeiemorgen 2mh3!
1 / 43
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1,2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Goeiemorgen 2mh3!

Slide 1 - Slide

LESDOELEN
Deel 1: Taalverzorging
- Ik weet wat 'de trappen van vergelijking' betekent
- Ik weet wanneer ik /als/ of /dan moet gebruiken

Deel 2: Taalverzorging
Ik kan verkleinwoorden correct spellen

Deel 3: 
Ik kan meervouden op -s, -en en -ën correct spellen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Even checken....
lang - .... - langst
hulpeloos - hulpelozer - ....
Juul is even slim .... Leroy
laf - .... - ....
Madelief is sneller .... Sem
goed - .... - ....



Slide 4 - Slide

Theorie 
- stellende trap 
- vergrotende trap + -er
- overtreffende trap + -st

Let op:
woord eindigt op -r -> + -der
woord eindigt op -s -> + -t
woord eindigt op -t en -sch -> meest
lief
groot
liever
groter
liefst
grootst
duur
duurder (v)
machteloos
machteloost (o)
praktisch
verrast
meest praktisch (o)
meest verrast (o)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

5

Slide 7 - Video

even ..., net zo ..., niet zo ...

Slide 8 - Slide

kleiner/groter/beter/mooier...

Slide 9 - Slide

Theorie 
Verschil tussen als en dan. Wanneer gebruik je wat?
- als gebruik je na de stellende trap: even oud als 
- dan gebruik je na de vergrotende trap: ouder dan



Tip: herhaal in gedachten de persoonsvorm, dan hoor je of er 'als' of 'dan' komt, bijvoorbeeld:
Mariet schrijft lang niet zo netjes als ik (schrijf).
Inez zegt dat Jihan harder kan lopen dan zij (kan).
 

Slide 10 - Slide

Wat is de volgorde van de trappen van vergelijking van lief?
A
lief, liefer, liefst(e)
B
liefst(e), liever, lief
C
lief, liever, liefst(e)
D
liever, lief, liefst(e)

Slide 11 - Quiz

Madrid is niet zo ver ..... Lissabon, denk ik.
A
als
B
dan

Slide 12 - Quiz

Eerlijk gezegd vind ik zoete drop lekkerder ..... zoute.
A
als
B
dan

Slide 13 - Quiz

Kleine auto's rijden een stuk zuiniger ...... grote terreinwagens.
A
als
B
dan

Slide 14 - Quiz

Die cake smaakt morgen net zo goed ..... vandaag.
A
als
B
dan

Slide 15 - Quiz

Veel leerlingen werken liever alleen ...... in een groepje.
A
als
B
dan

Slide 16 - Quiz

Robbert kan veel harder lopen ...... ik.
A
als
B
dan

Slide 17 - Quiz

en doorrrrr....
naar deel 2: 
spelling van verkleinwoorden

Slide 18 - Slide

6

Slide 19 - Video

Verkleinwoord met PJE
Verkleinwoord met TJE
boom
telefoon
broer
riem
film
raam
tafel
haar

Slide 20 - Drag question

Verkleinwoord.
Wat is het verkleinwoord van de kano?
A
kano'tje
B
kanotje
C
kanoo'tje
D
kanootje

Slide 21 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van woning?
A
woningje
B
woningetje
C
woninkje
D
woning'je

Slide 22 - Quiz


Basis
De volgende verkleinwoorden zijn goed geschreven:
A
geheimpje, koninkje, bankje, stoeltje, tekeningetje
B
geheimpje, koningkje, bankje, stoeltje, tekeningetje
C
geheimpje, koninkje, bangkje, stoeltje, tekeningetje
D
geheimpje, koninkje, bankje, stoeltje, tekeningentje

Slide 23 - Quiz


Korte klanken worden in het verkleinwoord soms lang. Dus de verkleinwoorden van 'glas' en 'pad' worden
A
glasje en padje
B
glaasje en padje
C
glasje en paadje
D
glaasje en paadje

Slide 24 - Quiz


Dus de verkleinwoorden van opa, menu, comité en radio worden ...
A
opa'tje, menu'tje, comité'tje, radio'tje
B
opatje, menutje, comitétje, radiotje
C
opaatje, menuutje, comiteetje, radiootje

Slide 25 - Quiz

Wat is het goede verkleinwoord van
accu?
A
accu'tje
B
accuutje
C
accutje
D
accu-tje

Slide 26 - Quiz

Wat is het goede verkleinwoord van
ski?
A
skitje
B
skietje
C
ski'tje
D
ski-tje

Slide 27 - Quiz



Wat is het verkleinwoord van:
ketting

Slide 28 - Open question

Wat is het verkleinwoord van: tosti

Slide 29 - Open question

Wat is het verkleinwoord van
tv

Slide 30 - Open question

Woorden met een -m                         boom

Woorden met een -ng                     koning

Achteraan -a, -o, -u of é                           opa,  auto, paraplu, café

Achteraan -y                                              baby

Woorden met cijfers of afkorting        dvd, A4
+ pje
boompje

-ng wordt -nk + je 
koninkje

+ extra klinker + tje
opaatje, autootje, parapluutje, cafeetje

+ 'tje (let op de apostrof!)
baby'tje

-'je of -'tje (let op de apostrof!)
dvd'tje, A4'tje

Slide 31 - Slide

en doorrrrr....
naar deel 3: 
spelling van meervouden

Slide 32 - Slide

Meervoud op -s
Wat is het meervoud van kiwi?

Slide 33 - Open question

Het meervoud van: braderie

Slide 34 - Open question

meervoud van porie

Slide 35 - Open question

Meervoud/ Meervouden van:
vlo

Slide 36 - Open question

Wat is het meervoud van moskee?

Slide 37 - Open question

Meervoud op -s
Wat is het meervoud van avocado?

Slide 38 - Open question

Meervoud op -s
Wat is het meervoud van etui?

Slide 39 - Open question

Meervoud op -s
Wat is het meervoud van goudstaaf?

Slide 40 - Open question

Wat is het meervoud (of wat zijn de meervouden) van:

motor

Slide 41 - Open question

LESDOELEN  BEHAALD?
Deel 1: Taalverzorging
- ik weet wat 'de trappen van vergelijking' betekent
- ik weet wanneer ik /als/ of /dan moet gebruiken

Deel 2: Taalverzorging
ik kan verkleinwoorden correct spellen

Slide 42 - Slide

https://speellingo.nl/
of:  Taalvoutjes-kwartet

Slide 43 - Slide