T4BS4 Menstruatie

 Basisstof 4 Menstruatie
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

 Basisstof 4 Menstruatie

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de processen tijdens de mentruatiecyclus benoemen en beschrijven
  • Je kunt benoemen wat de klachten zijn voor en tijdens een mentruatie
  • Je weet wat je kunt gebruiken als je ongesteld bent
  • Je kunt benoemen wanneer de overgang begint en wat de kenmerken hiervan zijn

Slide 2 - Slide

rijpende follikel

Slide 3 - Slide

bevruchting

Slide 4 - Slide

menstruatie cyclus

Slide 5 - Slide

Menstruatiecyclus
Je ziet in de afbeelding dat de dikte van het slijmvlies verandert. Tijdens de menstruatie wordt een deel afgestoten, dat gebeurt op dag 1 t/m 4. Daarna groeit het baarmoederslijmvlies weer aan, het wordt dikker en het bevat weer meer bloedvaten. Ongeveer 14 dagen na het beginvan de menstruatie vindt de ovulatie plaats. Als er dan geen bevruchting plaatsvindt, zal de volgende menstruatie op ongeveer de 28e dag beginnen. De menstruatiecyclus begint dan opnieuw. 

Slide 6 - Slide

Periodieke onthouding - Onbetrouwbaar- Ovulatie




Leguit wat er gebeurt als de eicel niet bevrucht wordt.

Slide 7 - Slide

menstruatie
  •  12-52 jaar ( = 480x)
  • 3-8 dagen

Slide 8 - Slide

pms
chagrijnig
depressief
afwezig
hoofdpijn
rugpijn
pijnlijke borsten
opruimerig
zin in chocola
opgeblazen gevoel

Slide 9 - Slide

tijdens de menstruatie

buikkrampen
rugpijn 
hoofdpijn
moe
lusteloos
emotioneel

Slide 10 - Slide


wat kun je gebruiken?

  • maandverband 
  • tampons
  • mooncup

Slide 11 - Slide

hygiëne!

  • handen wassen 
  • schaamlippen wassen
  • regelmatig vervangen
  • tamponziekte

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

overgang 42-55 jaar
  • onregelmatige/geen menstruatie
  • opvliegers
  • gewichtstoename
  • slaapstoornis
  • stemmingswisselingen
  • geheugenverlies
  • vermoeidheid

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Wat is menstruatie?
A
Als er een eicel vrijkomt
B
Ovulatie
C
Als het baarmoederslijmvlies loslaat.

Slide 18 - Quiz

Wanneer is een vrouw vruchtbaar?
A
Tijdens de menstruatie
B
tijdens de ovulatie
C
Vlak na de menstruatie
D
Vlak voor de menstruatie

Slide 19 - Quiz

Op dag 1 van de menstruatie cyclus begint de menstruatie

A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Wat gebeurt er op dag 14 in de menstruatie cyclus?
A
Ongesteld zijn
B
Ovulatie
C
Innesteling
D
Menstruatie

Slide 21 - Quiz

Hoe noem je dag 11 t/m 15 van de menstruatie cyclus?
A
menstruatie
B
ovulatie
C
bevruchting
D
vruchtbare periode

Slide 22 - Quiz

Vinden bij een zwangere vrouw menstruatie plaats? En ovulatie?
A
Zowel menstruatie als ovulatie
B
Wel menstruatie maar geen ovulatie.
C
Wel ovulatie maar geen menstruatie.
D
Geen menstruatie en geen ovulatie.

Slide 23 - Quiz

Een vrouw heeft zich laten steriliseren. Vinden bij deze vrouw nog menstruatie plaats? En ovulatie?
A
Wel menstruatie en geen ovulatie
B
alleen ovulatie en geen menstruatie
C
zowel menstruatie als ovulatie
D
zowel geen menstruatie als geen ovulatie meer

Slide 24 - Quiz

Dit proces heet?
A
Eisprong
B
Ovulatie
C
Menstruatie
D
Oestrogenatie

Slide 25 - Quiz

een ander woord voor klaarkomen:
A
menstruatie
B
ovulatie
C
orgasme
D
masturbatie

Slide 26 - Quiz

De menstruatie wordt geregeld door hormonen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Een ander woord voor de EISPRONG
A
Ovulatie
B
Menstruatie

Slide 28 - Quiz

Wordt het slijmvlies van de baarmoeder tijdens de menstruatie dikker?
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quiz

Hoe noemen we het samensmelten van zaadcel en eicel?
A
bevruchting
B
innesteling
C
menstruatie
D
ovulatie

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Video