Rekonomie en levensloop

Levensloop en Rekonomie
Tentamenvoorbereiding
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Levensloop en Rekonomie
Tentamenvoorbereiding

Slide 1 - Slide

Planning
- Hoe leer je voor economie?
- Tips voor de toets
- Oefenen met begrippen
- Maken van de oefentoets

Slide 2 - Slide

Hoe leer je voor economie?
Formuleblad
Maak een formuleblad met alle formules die je moet kennen voor deze toets.
Zorg dat je ook echt begrijpt wat je moet invullen bij de formule 
Begrippen
Bekijk alle begrippen die bij het hoofdstuk horen. Voor de begrippen + betekenis kijk op LWEO.nl, scheelt je tijd met opzoeken.
Ga actief bezig met het herhalen van deze begrippen, maak bijvoorbeeld flashcards of vraag iemand om je te overhoren. Door ze alleen door te lezen onthoud je ze niet beter!

Aantekeningen
Als je filmpjes wilt kijken over de stof, maak dan tegelijkertijd aantekeningen. Neem niet klakkeloos dingen over maar schrijf alleen op wat jij belangrijk vind.
Maak geen samenvatting van de PowerPoint, deze zijn eigenlijk al een samenvatting. Als je ze gaat overschrijven leer je er niet zoveel van.

Oefenen
Oefenen, oefenen, oefenen. Maak voor jezelf voor de toets nog een keer de zelftests van de hoofdstukken.

Slide 3 - Slide

Tips voor de toets
- Vaak word vergeten de laatste en makkelijkste stap van het antwoord op te schrijven. Probeer daarom de vraag in je antwoord te herhalen.

- Schrijf op wat je weet. Vaak staat er behoorlijk wat informatie in de tekst van een vraag. Schrijf dan voor jezelf op welke informatie je uit de tekst hebt gehaald.

- Lees alles goed door! Dus ook de titels van grafieken en tabellen. Hierin staat vaak ook belangrijke informatie om de vraag te beantwoorden.



Voorbeeld
Bijvoorbeeld: de vraag is om de inflatie te berekenen in percentages. Bij het berekenen maak je gebruik van indexcijfers, het antwoord 101,2 zou niet goed zijn. Terwijl het omzetten (101,2-100) naar percentages zo makkelijk is. Het antwoord moet dan zijn de inflatie is 1,2%

Voorbeeld
Bijvoorbeeld: moet je bijvoorbeeld het Reële inkomen berekenen. Dan weet je al vrij zeker dat je RIC=NIC/PIC*100 moet gebruiken. Schrijf die formule op en de gegevens die je al weet.

Slide 4 - Slide

Wat is een dominante strategie bij een gevangenisdilemma?

Slide 5 - Open question

Wat is investeren?
A
Het kopen van goederen en diensten door gezinnen
B
Het aanschaffen van kapitaalgoederen door een bedrijf
C
Het kopen van kapitaalgoederen door gezinnen

Slide 6 - Quiz

Wat is de betekenis van premiediffrentiatie
A
Verschillen in premies tussen verzekerden
B
Gelijke premies tussen verzekerden
C
Het verschil in de hoeveelheid verzekerden

Slide 7 - Quiz

Wat betekent averechtse selectie?

Slide 8 - Open question

Wat is het kapitaaldekkingsstelsel?

Slide 9 - Open question

Wat is een waardevaste uitkering?

Slide 10 - Open question

Tips en tops over de lessen, wat wil je volgende periode graag anders of juist zo houden?

Slide 11 - Open question

Oefentoets maken

Slide 12 - Slide

Opgave 1, Appels en peren
timer
15:00

Slide 13 - Slide

Opgave 2, gevangenendilemma?
timer
15:00

Slide 14 - Slide

Opgave 3, (on)voorzichtige scholier
timer
1:00

Slide 15 - Slide