Deze vijf BN’ers maken gezamenlijk een ballonvlucht. Het is een heerlijke dag en iedereen geniet van het uitzicht. Maar dan gaat het helemaal mis! De ballon dreigt neer te storten! Om snel op te stijgen moeten twee BN’ers overboord worden gegooid.
Slide 4 - Slide
Ballondebat
Elke ballonvaarder moet in een speech van één minuut aangeven waarom hij/zij beslist in de ballon moet blijven zitten.
Het publiek heeft de belangrijkste functie. Zij bepaalt wie mag blijven!
timer
1:00
Slide 5 - Slide
Feedback
Richt je niet op je medestanders, maar op het publiek. Als je wilt overtuigen, bedenk je dan altijd op wie jij je moet richten. Stem je boodschap af op degene die je wil overtuigen.
Redeneer dus niet vanuit het eigenbelang (“Ik, Marco Borsato, wil nog een CD uitbrengen”), maar vanuit het belang van de jury (“Ik wil jullie opvrolijken met een aantal nieuwe, leuke liedjes!”).
Slide 6 - Slide
Ballondebat
De ballon maakt snel hoogte en de ballonvaarders gaan verder met hun tocht.
Maar het gaat wéér mis! De ballon dreigt tegen een kerktoren aan te vliegen. Deze keer kan slechts één iemand blijven.
Slide 7 - Slide
Ballondebat
Elke ballonvaarder moet dit keer een speech houden over waarom de andere twee beslist niet in de ballon mogen blijven zitten – waarom zij misbaar zijn!
Wie is de winnaar?
timer
1:00
Slide 8 - Slide
Standpunt - argument
Om te leren debatteren, moeten we dus eerst leren argumenteren!
Standpunt = je mening over iets
Argument = de onderbouwing van je standpunt
In een argument staan vaak signaalwoorden, zoals omdat, daarom, want, namelijk, etc.
Bijvoorbeeld: Gokken op een voetbalwedstrijd werkt verslavend, daarom moet het verboden worden.
Slide 9 - Slide
Standpunt - argument
Mannen van boven de veertig die nog voetballen, het zou verboden moeten worden. Ze blesseren om de haverklap zichzelf en anderen.
Ik heb pas twee lessen van de invaller gehad. Ik weet echt nog niet of hij goed is of niet.
Slide 10 - Slide
Standpunt - argument
Mannen van boven de veertig die nog voetballen, het zou verboden moeten worden.Ze blesseren om de haverklap zichzelf en anderen.
Ik heb pas twee lessen van de invaller gehad.Ik weet echt nog niet of hij goed is of niet.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Debatvorm
Er wordt 3 tegen 3 gedebatteerd.
Openingsspeech
Open debat
Freeze
Eindspeech
Slide 14 - Slide
Debatvorm: jury
Kortom: alleen wat er is gezegd en gehoord telt mee in het debat.
De jury let tijdens het debat op drie dingen: de presentatie van de debaters, de argumentatie en het samenwerken.
Slide 15 - Slide
Stelling kiezen
Formuleer een stelling, samen met je debatgroepje.
Bepaal welk team voor en welk team tegen is.
Tip: kijk op www.debatstelling.nl
Deze stelling ga je ook gebruiken voor het
schrijven van het artikel.
timer
10:00
Slide 16 - Slide
Debat voorbereiden
Ga samen met je team op zoek naar betrouwbare bronnen. Deze bronnen (en argumenten) ga je gebruiken voor het schrijven van het artikel! Sla dit op, op jouw laptop.
Bereid je openingsspeech en argumenten (open debat) voor. De eindspeech kan je eigenlijk niet voorbereiden.
Slide 17 - Slide
Volgende lessen...
Slide 18 - Slide
Wat gaan we doen?
Debat voorbereiden
Je leert:
presenteren
actief luisteren
mening onderbouwen met argumenten
overtuigen
Slide 19 - Slide
Debat voorbereiden
Ga samen met je team op zoek naar betrouwbare bronnen. Deze bronnen (en argumenten) ga je gebruiken voor het schrijven van het artikel! Sla dit op, op je laptop.
Bereid je openingsspeech en argumenten (open debat) voor. De eindspeech kan je eigenlijk niet voorbereiden.
Slide 20 - Slide
Volgende les...
debat uitvoeren
Slide 21 - Slide
Consumentenvuurwerk moet verboden worden.
Slide 22 - Slide
Leerlingen moeten hun eigen mentor kunnen kiezen.
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
De doodstraf moet worden ingevoerd in Nederland.
Slide 25 - Slide
Sporten in teamverband moet ook voor volwassenen toegankelijk zijn tijdens corona.
Slide 26 - Slide
Nederland moet uit de Europese Unie.
Slide 27 - Slide
Politieagenten zouden tijdens reguliere diensten geen vuurwapens moeten dragen.