Criminaliteit H1 - H2 en H3

1 / 14
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Criminaliteit
Criminaliteit = alle misdrijven die in de wet staan omschreven.

Als je een wet overtreedt, pleeg je een strafbaar feit (delict). Deze staan in het Wetboek van Strafrecht.

Daarnaast heb je nog de wegenverkeerswet, wet op economische delicten en de opiumwet.

Slide 2 - Slide

Ongeschreven regels: regels voor goed gedrag die nergens op papier staan.
Geschreven regels: regels die in regelementen of wetten staan.

Slide 3 - Slide

Normen en waarden
Waarde: een principe of uitgangspunt dat je belangrijk vindt in het leven.
Normen: Afspraken  over hoe mensen zich moeten gedragen.

Slide 4 - Slide

Tijd en plaatsgebonden
Crimineel gedrag is tijdsgebonden en plaatsgebonden. 

Noem een voorbeeld van beide.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Soorten misdrijven
De ernstige vormen van criminaliteit noemen we zware criminaliteit.
Voorbeelden zijn: moord, inbraak, verkrachting, gewapende overvallen en de verkoop van harddrugs.
Met veelvoorkomende criminaliteit bedoelen we minder ernstige misdrijven, zoals winkeldiefstal, zakkenrollerij, voetbalvandalisme en fietsendiefstal.

Wordt vaak gepleegd door jongeren tussen de 16 en 23 jaar.


Slide 7 - Slide

Criminaliteit is een maatschappelijk probleem
  1. Veel burgers hebben last van criminaliteit
  2. Er bestaan veel verschillende  meningen
  3. Massamedia publiceert veel over criminaliteit en beïnvloeden de publieke opinie .
  4. De overheid moet de openbare orde handhaven.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Hoe meet je criminaliteit
  • Politiestatistieken 
  • Slachtofferenquetes
  • Daderenquetes

Slide 10 - Slide

Extra begrippen
Morele verontwaardiging: heeft te maken met je rechtsgevoel en de vraag of je iets eerlijk of oneerlijk vindt.

Normvervaging: verdwijnen van het besef dat regels nageleefd moeten worden.
Eigenrichting: mensen gaan voor eigen rechter spelen door zelf iemand te straffen.


Slide 11 - Slide

Oorzaken van criminaliteit

  • Maatschappelijke positie
  • Etnische afkomst
  • Geslacht
  • Leeftijd 

Slide 12 - Slide

Individuele oorzaken
  • Gebrekkige opvoeding
  • Gedrags- en psychische problemen
  • Sterke groepsdruk
  • Problematisch drugsgebruik
  • Persoonlijkheidskenmerken 

Slide 13 - Slide

Maatschappelijke oorzaken
  • Slechte levensomstandigheden
  • Anonieme samenleving ; sociale controle
  • Gelegenheid
  • Minder besef van waarden en normen; normsvervaging
  • Gebrek aan maatschappelijke bindingen
  • Eens een dief, altijd een dief 

Slide 14 - Slide