Les 4 30 augustus Thema A: Geluk - Zo schrijf je een betoog

GELUK


Wat is geluk?
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

GELUK


Wat is geluk?

Slide 1 - Slide

Programma van vandaag
10 minuten lezen
Herhaling van vorige week
Lesdoelen
Uitleg betoog 
Aan de slag!

Slide 2 - Slide

Herhaling
Wanneer hoofdletters?
Wanneer een citaat?
Regels TT
Regels VT
Regels voltooid verleden tijd

Slide 3 - Slide

Regels
1. Begin van een zin
2. Eigennamen, ook namen bedrijven
3. Feestdagen (niet bij afgeleide)
4. Begin citaat
5. Aardrijkskundige namen
6. Titels van boeken, films en kranten

Slide 4 - Slide

Citaat
Hij zei: "Ik kom morgen."
Hij zei: "Ik ben blij", en hij lachte.
Ze riep: "Wat een mooie dag!"
De docent zei: "Dit hoofdstuk is belangrijk. Lees het goed door."

Slide 5 - Slide

Regels TT

Slide 6 - Slide

Regels VT
Iets met???

Slide 7 - Slide

Lesdoelen

1. Je herkent de structuur (opbouw) van een overtuigende tekst (betoog)

2. Je herkent standpunt(en) en argumenten

3. Je oefent met het schrijven van een betoog

Slide 8 - Slide

Uitleg betoog schrijven 
Een betoog is een tekst waarin de schrijver een mening geeft en die met argumenten onderbouwt. 
 inleiding: Noem het onderwerp.
Geef je mening (de stelling)
Maak de lezer nieuwsgierig

middenstuk:  Geef minstens twee argumenten die jouw mening ondersteunen
Noem een tegenargument en weerleg dit.
 
slot: conclusie - herhaal kort je mening en je argumenten 
Eindig krachtig (bijvoorbeeld met een oproep of conclusie)

Slide 9 - Slide

Betoog
Mensen die niet goed zijn in werkwoordspelling, hebben minder kans op een goede baan.
Bedenk in tweetallen 2 argumenten voor dit standpunt en 1 argument tegen.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Aan de slag GL
Maak opdracht 5  (Thema A: Geluk, paragraaf 2: Op zoek naar geluk -  Zo schrijf je een betoog blz. 110

Maak opdracht 5 tot en met vraag 10

Slide 12 - Slide

Aan slag Kader
Maak opdracht 1, 2 en 3 blz. 104, 105

Slide 13 - Slide

Afsluiting 
In hoeverre heb je de lesdoelen behaald?

1. Je herkent de structuur (opbouw) van een overtuigende tekst (betoog)


2. Je herkent standpunt(en) en argumenten

3. Je oefent met het herkennen van een betoog

Slide 14 - Slide

bedankt voor de aandacht
Bedankt voor je aandacht en inzet!

Slide 15 - Slide

Wat gaan we doen?
Goed verhaal!
Herhalen
Aan de slag!

Slide 16 - Slide

Goed verhaal!
Heeft de automobilist goede argumenten?

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Herhaling
Wat is een betoog?

Slide 19 - Slide

Betoog
Mensen die niet goed zijn in werkwoordspelling, hebben minder kans op een goede baan.
Bedenk in tweetallen 2 argumenten voor dit standpunt en 1 argument tegen.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Nakijken werk vorige les

Slide 22 - Slide

Aan de slag!
Maak blz. 107 opdracht 4, 5 en 7

Slide 23 - Slide

Afsluiting 
In hoeverre heb je de lesdoelen behaald?

1. Je herkent de structuur (opbouw) van een overtuigende tekst (betoog)


2. Je herkent standpunt(en) en argumenten

3. Je oefent met het herkennen van een betoog

Slide 24 - Slide