Na de
volksverhuizingen die leidden tot de val van het West-Romeinse Rijk in 476 n.Chr. begonnen de middeleeuwen.
De stedelijke cultuur van de Romeinen, die was gebaseerd op commerciële landbouw, internationale handel en het leven in grote moderne steden, raakte in verval.
Dat betekende niet dat alles verdween. Veel Romeinse bouwwerken en steden bleven bestaan. De steden raakten echter ontvolkt.
De communicatie en contacten tussen de gebieden verdwenen grotendeels. West-Europa werd (weer) een agrarische samenleving.