3 havo - 40.1

bei Deutsch
havo 3
erste Periode 
40. Woche
Heute:
verleden tijd
LessonUp
Aufträge online
Duolingo/skribble.io
/Präteritum
1 / 21
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 4 min

Items in this lesson

bei Deutsch
havo 3
erste Periode 
40. Woche
Heute:
verleden tijd
LessonUp
Aufträge online
Duolingo/skribble.io
/Präteritum

Slide 1 - Slide

Ziel
Je kent de verleden tijd van zwakke werkwoorden


Slide 2 - Slide

weet je het nog?

werkwoord bouwen




vervoeging = stam + uitgang

( stam = hele werkwoord - 'en' )

Slide 3 - Slide

ich
du
er/sie/es

wir
ihr
sie/Sie
ik
jij
hij/zij/het

wij
jullie
zij/u
enkelvoud

meervoud

1
2
3
1
2
3
e
st
t
en
t
en
uitgangen in de tegenwoordige tijd

Slide 4 - Slide

Weet je het nog?
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
en
en
e
st
t
t

Slide 5 - Drag question

ich
du
er/sie/es

wir
ihr
sie/Sie
e
st
t

en
t
en
wohnen +
wohne

Slide 6 - Slide

übersetze ins Deutsche

u woont (wohnen)

Slide 7 - Open question

ich
du
er/sie/es

wir
ihr
sie/Sie
e
st
t

en
t
en
rede
reden + e
reden + e
redest
redet
reden + e
redet
reden
reden
botsing d/t = extra e

Slide 8 - Slide

Weet je het nog?

übersetze ins Deutsche
jij praat
A
du redets
B
du redst
C
du redest
D
du redts

Slide 9 - Quiz

du = st
eindigt de stam al op een s of ß ? 
dan alleen een t

GEEN DUBBELE S DUS
weet je het nog?

Slide 10 - Slide

übersetze ins Deutsche

jij heet
A
du heißest
B
du heißt
C
du heißst
D
du heißts

Slide 11 - Quiz

ich
du
er/sie/es

wir
ihr
sie/Sie
ik
jij
hij/zij/het

wij
jullie
zij/u
enkelvoud

meervoud

1
2
3
1
2
3
te
test
te
ten
tet
ten
uitgangen in de 
verleden tijd

Slide 12 - Slide

übersetze ins Deutsche

ik woonde (wohnen)

Slide 13 - Open question

ich
du
er/sie/es

wir
ihr
sie/Sie
ik
jij
hij/zij/het

wij
jullie
zij/u
enkelvoud

meervoud

1
2
3
1
2
3
te
test
te
ten
tet
ten
uitgangen in de 
verleden tijd
botsing d/t = extra e

Slide 14 - Slide

übersetze ins Deutsche

jij werkte
A
du arbeitest
B
du arbeitte
C
du arbeitetest
D
du arbeitetetest

Slide 15 - Quiz

übersetze ins Deutsche

hij veranderde
A
er änderte
B
er ändertet
C
er änderde
D
er ändertete

Slide 16 - Quiz

Online methode Na Klar
timer
10:00
alleen
tweetallen
timer
10:00
Aufträge

online grammaticatrainer

o.v.t. oefenen
Präteritum




Slide 17 - Slide

Wählt!
klein groepje skribbl.io
IN HET DUITS! AUF DEUTSCH!

of / oder

Duolingo

Slide 18 - Slide

der nächste Unterricht
Laptop / lader / boek mee

lernen (zie studiewijzer)

Slide 19 - Slide

das Ende
Heb je het lesdoel bereikt?
Wat vond je van de les?
Wat was het leukste moment van de les?
Wat zou jij willen veranderen aan de les?
Hoe voel je je aan het einde van deze les?
... ?
het lesdoel was:
werkwoorden verleden tijd
kies een vraag en bedenk het antwoord

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide