Bekijk de afbeeldingen op pagina 176-177 van je boek.
1. Noteer de naam of functie bij elke afbeelding.
2. Noteer in elke zin twee namen:
a. ...(1)... en ...(2)... helpen andere mensen.
b. ...(1)... en ...(2)... zijn geen (gewone) mensen.
c. ...(1)... en ...(2)... maken de wereld beter.
d. ...(1)... en ...(2)... lopen gevaar.
e. ...(1)... en ...(2)... hebben veel talent.
f. ...(1)... en ...(2)... zijn heel dapper.
3. Bedenk samen wie volgens jullie de allergrootste held is. Leg jullie antwoord uit.
Let op: je werkt samen met je maatje en overlegt alleen op fluistertoon.