What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Voorzetsels
Taalklas
1 / 33
next
Slide 1:
Slide
NT2
Beroepsopleiding
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
This lesson contains
33 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
10 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Taalklas
Slide 1 - Slide
Welke dag en datum is het vandaag?
Slide 2 - Open question
Welk jaargetijde is het nu?
A
zomer
B
herfst
C
winter
D
lente
Slide 3 - Quiz
Hoe heten de 4 jaargetijden?
A
oost, west, zuid, noord
B
lente, zomer, herfst, winter
C
rood, blauw, geel, groen
D
voorjaar, sommer, herbst, winter
Slide 4 - Quiz
Op welke datum is
Sinterklaas jarig?
A
1 December
B
5 December
C
24 december
D
5 november
Slide 5 - Quiz
Voorzetsels
Slide 6 - Slide
Voorzetsels
VOORZETSELS
Slide 7 - Slide
Wat is GEEN voorzetsel?
A
links
B
uit
C
op
D
boven
Slide 8 - Quiz
Wat is het voorzetsel?
A
daar
B
tussen
C
juf
D
omdat
Slide 9 - Quiz
Wat is een voorzetsel?
A
onder
B
gaan
C
doos
D
willen
Slide 10 - Quiz
Zijn de rode, onderstreepte woorden werkwoord of voorzetsel?
Werkwoord
Voorzetsel
Vul
je
gegevens
maar
in
op
dat
papier.
Slide 11 - Drag question
op
A
voorzetsel
B
geen voorzetsel
Slide 12 - Quiz
Voorzetsels
Wat is geen voorzetsel?
A
tijdens
B
voor
C
omdat
D
tussen
Slide 13 - Quiz
Wat zijn voorzetsels?
A
de, het, een
B
in, voor, achter
C
raam, deur, wand
D
voorlezen, voorspellen, voorzeggen
Slide 14 - Quiz
wel een voorzetsel
geen voorzetsel
op
met
tussen
over
tijdens
willen
werk
onder
krijgen
Slide 15 - Drag question
De hond zit..... de doos.
A
in
B
op
C
onder
D
naast
Slide 16 - Quiz
De kat zit ..... de doos.
A
op
B
boven
C
in
D
uit
Slide 17 - Quiz
De kat zit ...... de doos.
A
achter
B
voor
C
tegenover
D
naast
Slide 18 - Quiz
De jongen zit ..... de boom.
A
voor
B
onder
C
boven
D
naast
Slide 19 - Quiz
De vrouw zit ..... de man.
A
tussen
B
achter
C
tegenover
D
voor
Slide 20 - Quiz
De vis zwemt .... de kom.
A
in
B
op
C
onder
D
naast
Slide 21 - Quiz
De vis springt ..... de kom.
A
achter
B
naast
C
voor
D
uit
Slide 22 - Quiz
De auto rijdt ... de straat.
A
onder
B
binnen
C
door
D
tegen
Slide 23 - Quiz
De training begint ....... 19.00 uur.
A
in
B
bij
C
op
D
om
Slide 24 - Quiz
Welk voorzetsel is dit?
Slide 25 - Open question
Morgen komt mijn vriendin .... mij eten.
A
bij
B
voor
C
in
D
naar
Slide 26 - Quiz
...... november komt de maand december.
A
Voor
B
Naar
C
Na
D
Naast
Slide 27 - Quiz
Wat is een voorzetsel?
Naast de trap staat een schoen.
Welk woord is het voorzetsel?
A
staat
B
schoen
C
naast
D
een
Slide 28 - Quiz
Wat is een voorzetsel?
Hij loopt snel naar huis.
Welk woord is het voorzetsels?
A
loopt
B
snel
C
naar
D
huis
Slide 29 - Quiz
Het is kwart over zes.
Welk woord is het voorzetsel?
A
zes
B
is
C
over
D
zes
Slide 30 - Quiz
Schrijf zo veel mogelijk voorzetsels op.
Slide 31 - Open question
Welk voorzetsel is dit?
Slide 32 - Open question
Numo:
Taken van de taalklas:
Voorzetsels
Slide 33 - Slide
More lessons like this
Voorzetsels
October 2024
- Lesson with
52 slides
NT2
Beroepsopleiding
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Voorzetsels
April 2024
- Lesson with
23 slides
NT2
Beroepsopleiding
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Voorzetsels
May 2024
- Lesson with
23 slides
NT2
Beroepsopleiding
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Voorzetsels
October 2024
- Lesson with
19 slides
NT2
Beroepsopleiding
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Voorzetsels in het Nederlands
March 2023
- Lesson with
38 slides
by
A-NT2 maar mee!
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
A-NT2 maar mee!
Klare taal 22: voorzetsels deel 2
April 2024
- Lesson with
15 slides
NT2
ISK
Klare taal 22: voorzetsels deel 2
April 2024
- Lesson with
15 slides
NT2
ISK
Klare taal 22: voorzetsels deel 2
January 2024
- Lesson with
15 slides
NT2
ISK