P4 - Unidad 10

Metas
En esta clase...

1. ...aprendo sobre América Latina
2. ...practico el pretérito indefinido

1 / 18
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Metas
En esta clase...

1. ...aprendo sobre América Latina
2. ...practico el pretérito indefinido

Slide 1 - Slide

La semana pasada...
Cuenta algo sobre la semana pasada.

¿Fuiste de vacaciones?
¿Quedaste con amigos?
...

¡¡Usad el pretérito indefinido!!

Slide 2 - Slide

Unidad 10: América Latina
Haz LT 32/1a.
timer
7:00

Slide 3 - Slide

Unidad 10: América Latina
LT p. 130-131

Escucha
y ¡haz apuntes!

Slide 4 - Slide

¡Manos a la obra! Aan het werk!
- hacer y corregir: LE p. 80 ejs. 1,2
- conversaciones

Slide 5 - Slide

Objetivos Doelen
En esta clase...

1. ...aprendo a formar un adverbio* 
2. ...y me preparo para el examen oral

* bijwoord

Slide 6 - Slide

El adverbio | Het bijwoord (1)
  • Verschil bijvoeglijk naamword & bijwoord?
  • Waar zeggen deze iets over?

Slide 7 - Slide

El adverbio | Het bijwoord (2)
Een bijwoord kan iets zeggen over:  

- een werkwoord (Tú bailas bien)
- een bijvoeglijk naamwoord (Ese coche es enormemente caro)
- het naamwoordelijk deel van het gezegde (Él es bastante simpático)
- een ander bijwoord (Yo hago mis deberes muy rápidamente)

Slide 8 - Slide

El adverbio | Het bijwoord (3)
Om van een bijvoeglijk naamwoord een bijwoord te maken, neem je de vrouwelijke enkelvoudsvorm, en zet daar -mente achter:

rápido > rápida > rápidamente 

enorme > enorme > enormemente

difícil > difícil > difícilmente

Slide 9 - Slide

El adverbio | Het bijwoord (4)
Je hebt ook bijwoorden die niet eindigen op -mente, zoals:

bien, mal, bastante, tan, muymucho (zie LT p. 205)

Slide 10 - Slide

Conversaciones
Estrategias de comunicación 

= handige zinnen voor tijdens een mondeling

Slide 11 - Slide

Frases útiles Handige zinnen
  • Je weet niet wat iets betekent
  • Je hebt denktijd nodig
  • Je weet het ff niet
  • Het gaat te snel
  • Je wil dat de ander het herhaalt
  • Je begrijpt de ander niet
  • Je wil reageren

Slide 12 - Slide

Frases útiles Handige zinnen
  • Je weet niet wat iets betekent: ¿Qué significa ..?
  • Je hebt denktijd nodig: Déjame pensar, Pues.., Bueno.., Ehm..
  • Je weet het ff niet: No sé (cómo decirlo)
  • Het gaat te snel: Puedes hablar más despacio, ¿por favor?
  • Je wil dat de ander het herhaalt: ¿Puedes repetir?
  • Je begrijpt de ander niet: No entiendo. 
  • Je wil reageren: ¡Ah!, ¡Claro!, ¡Qué bonito!, ¡Qué interesante! ..

Slide 13 - Slide

¡Manos a la obra! Aan het werk!
hacer y corregir LE 83 ejs. 4,5
- estudiar: voca U10
- conversaciones

Slide 14 - Slide

Objetivos Doelen
En esta clase...

1. ...leemos un texto de vacaciones
2. ...repasamos el adverbio
3. ...trabajamos en el examen oral

Slide 15 - Slide

¿Qué tal, che?
LT 133

Slide 16 - Slide

¿Qué tal, che?
Haced: LT 134/2,3 y LE 82/1.

En 20 minutos, los discutimos y corregimos.
timer
20:00

Slide 17 - Slide

¡Manos a la obra!

Slide 18 - Slide