Modals should, must & have to

• Engels
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo, havo
• Leerjaar 2

Unit 3

Goals

• You know what 'modal verbs' --> must, should and have to are.
• Now take your book: 3h p. 139, 3v p. 141  read and underline!

Modal verbs: must, should & have to

Leerdoel: 

Je weet het verschil in gebruik tussen het gebruik van must(n't), should(n't) & have(n't)/has(n't)

There are 4 warming-up questions. 

Als je vindt dat iets "zou moeten" gebruik je ...

1. Must + hele werkwoord
2. Should + hele werkwoord
3. Have/Has to + hele werkwoord

Als jij zelf sterk van mening bent dat iets moet gebruik je:

1. Must + hele werkwoord
2. Should + hele werkwoord
3. Have/Has to + hele werkwoord

Als je wilt zeggen dat iets "van een iemand anders moet" gebruik je ...

1. Must + hele werkwoord
2. Should + hele werkwoord
3. Have/Has to + hele werkwoord

Als je wilt zeggen dat iets NIET hoeft gebruik je:

1. Shouldn't
2. Mustn't
3. Don't have to/ Doesn't have to

Have/has  to + hele werkwoord

Have to en has to drukt uit dat er een regel is waaraan jij je moet houden of dat je iets van een ander moet doen. De verplichting komt vanuit een situatie die zo is.

•  We have to wear a uniform at school.
• He has to do a lot of homework every week.

Don't have to/ doesn't have to + hele werkwoord

Drukt uit dat je iets niet hoeft te doen.

• You don't have to apologize.

Het is situatie gerelateerd en wordt vaak gebruikt in gesproken Engels.

Must/Mustn't +hele werkwoord

1.Je gebruikt must als je zelf vindt ( persoonlijk gevoel) dat iets moet of niet moet  

• I must finish this assignment today.

• I must go to the gym now.

• I must pay him back like I promised

2. en ook om aan te geven dat het heel belangrijk ( verbod) is.

• You musn't park here.

Vaak in formeel geschreven Engels.

Should / shouldn't + hele werkwoord

Je gebruikt "should" om aan te geven dat iemand iets eigenlijk zou moeten doen. Je geeft bijvoorbeeld advies of je wilt iets afraden:

1.You should try to get some more exercise.

(Je zou eens iets meer moeten oefenen.)

2.You shouldn't go out alone, it's dangerous!

(Je moet niet alleen naar buiten gaan, dat is gevaarlijk!)

My dad says I ... take my brother to school.

1. must
2. have to
3. has to
4. should

You ... smoke. It's bad for you.

1. should not
2. must not
3. don't have to
4. doesn't have to

I ... confess, that she was friendlier than I thought.

1. should
2. must
3. have to
4. has to

I ... clean out the dishwasher every night. That is my chore.

1. should
2. must
3. have to
4. has to

Mimi ... to pay her bills. Or she will go to prison.

Bob ... go to school anymore. He has his diploma.

You .... see a doctor. You look a bit pale.

The students ...... do their homework.

I am hungry, I ..... eat something.

What's next?

Ging het goed? 

2h:Maak oefening: 4,6 p.117

2v: maak oefening 6,7 p.124

Kon het beter?

Ga naar de yurls en bekijk de uitleg + oefen www.dalengels.yurls.net en maak daarna: oefening 4,6 p.117 (2h)

                 oefening 6,7 p.124 (2v)