QUIZ KWIII h1-h3

QUIZ KWIII 
h1-h3


Waar sta ik?
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

QUIZ KWIII 
h1-h3


Waar sta ik?

Slide 1 - Slide

Overheidsontvangsten
Overheidsuitgaven
Inkomstenbelasting
Toeslagen en uitkeringen
BTW
Premies werknemersverzekeringen
Accijnzen
Rente over de overheidsschuld
Onderwijs
Aflossing van de overheidsschuld
Justitie en veiligheid
Vennootschaps-belasting

Slide 2 - Drag question

Een land heeft op 1 januari 2024 een overheidsschuld van €300 miljard. In 2024 zijn de uitgaven gelijk aan €150 miljard. De ontvangsten zijn €130 miljard. De aflossing dat jaar bedraagt €15 miljard.
Bereken de overheidsschuld op 31 december 2024:
A
€335 miljard
B
€295 miljard
C
€305 miljard
D
€265 miljard

Slide 3 - Quiz

De schuld van de Nederlandse overheid bedraagt € 405 miljard.
Het bbp bedraagt € 749 miljard.
De schuld mag voor de Euro-landen maximaal 60% van het bbp zijn.

Voldoet de Nederlandse overheid aan deze EMU-norm?
A
Nee, want de schuld is 85% van het bbp
B
Ja, want de schuld is 54% van het bbp
C
Ja, want de schuld is 18,5% van het bbp

Slide 4 - Quiz

9% BTW of 21% BTW
A
9%
B
21%

Slide 5 - Quiz

9% BTW of 21% BTW
A
9%
B
21%

Slide 6 - Quiz

De consumentenprijs is € 25,86. BTW is 21% BTW. Wat is het BTW bedrag?
A
€ 4,49
B
€ 5,43
C
€ 4,75

Slide 7 - Quiz

De btw op een telefoon is 21%. De prijs inclusief btw is €350. Bereken de verkoopprijs exclusief btw:
A
€60,74
B
€289,26
C
€423,50
D
€276,50

Slide 8 - Quiz

Zie hiernaast gegevens over de inkomstenbelasting van een land. In dit land is sprake van een....
Inkomen
(€)
Inkomsten-belasting (€)
40.000
8.000
20.000
4.000
A
progressief belastingsstelsel
B
proportioneel belastingstelsel

Slide 9 - Quiz

+
-
=
Primair inkomen
Belastingen en premies
Uitkeringen en toeslagen
Secundair inkomen

Slide 10 - Drag question


Wat geeft deze Lorenzcurve aan?
A
De armste 30 % van de mensen verdient 30 % van het inkomen
B
De armste 30 % van de mensen verdient 3 % van het inkomen
C
De rijkste 70 % van de mensen verdient 40 % van het inkomen
D
De rijkste 30 % van de mensen verdient 60 % van het inkomen

Slide 11 - Quiz

Welke verdeling is het meest scheef/ongelijk?
A
de inkomensverdeling
B
de vermogensverdeling

Slide 12 - Quiz