Poëzie

De week van de poëzie (vanaf donderdag 26 januari)
havo: argumenteren en leesvaardigheid
vwo: poëzieanalyse
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

De week van de poëzie (vanaf donderdag 26 januari)
havo: argumenteren en leesvaardigheid
vwo: poëzieanalyse

Slide 1 - Slide

Wat is poëzie?

Slide 2 - Mind map

Poëzie
Poëzie is een taaluiting waarbij er een grote nadruk ligt op de vorm, klank en beeldspraak.

Het is vaak lastig om af te bakenen wanneer iets nou poëzie is.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Maar ook dit is poëzie!

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Wat gaan we doen?
Komende twee lessen gaan we bezig zijn met poëzie, welke soorten poëzie er zijn en welke vormen jou aanspreken.

Slide 7 - Slide

Gedicht van Tim Hofman

Slide 8 - Slide

Bekijk de songtekst van Snelle
Welke beeldspraak kom je tegen? Oftewel welk figuurlijk taalgebruik? Markeer deze verzen.

Wat is de letterlijke betekenis van deze taaluitingen?

Wat is de algemene boodschap die je uit deze songtekst kunt halen?

Slide 9 - Slide

Zoek zelf een songtekst!
Zoek zelf een songtekst uit (Nederlandse rap). 
1. figuurlijk taalgebruik
2. wat betekent het?
3. wat is de algemene boodschap?

Slide 10 - Slide

Gedicht maken
Denk na over een emotie, ervaring of boodschap die jou aanspreekt of jou goed ligt.

Zet dit in het midden van een woordweb.

Bedenk er een kleur, voorwerp, eten, kledingstuk, dier, seizoen, etc. bij. Kijk nu of je er een gedichtje van kan maken.

Slide 11 - Slide

Meenemen morgen:
Krant of tijdschrift (waar in geknipt mag worden).

Slide 12 - Slide

Geschreven betoog
Pak je betoog erbij (ingeleverd via Classroom) en leg de feedback van mij ernaast. Wat ging goed? Wat kan beter?

Klaar? Berg de feedback goed op. Na de toetsweek in maart gaan we verder met Schrijven.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Het maken van een stiftgedicht
Kies een stuk tekst uit je krant/tijdschrift. 
Pak een potlood erbij.

Omcirkel de worden die jij mooi vindt of jou aanspreken. Zorg dat je er zinnen van kan maken.

Kras de overige woorden weg (doe dit pas op het allerlaatst).

Slide 15 - Slide