Le futur et le conditionnel (futur du passé)

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3,4

future et conditionnel (futur du passé)

Buts (doelen)

Aan het eind van de les kan ik benoemen wat precies de  futur en de conditionnel (futur du passé) zijn en hoe ik ze moet vormen.

Welke letter hebben een futur en conditionnel altijd?

1. een e
2. een r
3. een z
4. een k

De uitgangen van de futur ...

1. Bevatten allemaal een a
2. Zijn bijna gelijk aan de tegenwoordige tijd van Être
3. Zijn bijna gelijk aan de tegenwoordige tijd van Avoir
4. Bevatten allemaal een s

Wat gebeurt er met werkwoorden op
-re in de futur?

1. -re verdwijnt
2. -e verdwijnt
3. Niks, je gebruikt gewoon het hele werkwoord
4. Die vervoeg je op een hele andere manier

Welke van de onderstaande vormen is de futur van het werkwoord Aller?

1. j'irais
2. j'irai
3. je suis allé(e)
4. je vais

De uitgangen van de conditionnel...

1. Zijn hetzelfde als de uitgangen van de imparfait
2. Zijn hetzelfde als de uitgangen van de Passé composé
3. Zijn hetzelfde als de uitgangen van de présent
4. Zijn hetzelfde als de uitgangen van de futur

Vat voor jezelf samen wat er zojuist is verteld over de Futur en de Conditionnel.
BV: Hoe vorm je de futur/conditionnel.

1. ik zal gaan =

2. wij zouden zingen =

3. jij zult doen =

4. jullie zouden zijn =

5. hij zou hebben =

6. zij zullen kunnen =